Einde inhoudsopgave
Wet wettelijke aansprakelijkheid exploitanten nucleaire schepen
Artikel 23
Geldend
Geldend vanaf 17-12-1973
- Bronpublicatie:
24-10-1973, Stb. 1973, 536 (uitgifte: 27-11-1973, kamerstukken: 10796 )
- Inwerkingtreding
17-12-1973
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-10-1973, Stb. 1973, 536 (uitgifte: 27-11-1973, kamerstukken: 10796 )
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Justitie
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Energierecht (V)
1.
Onze Minister van Financiën kan in gevallen, waarin een exploitant van een onder Nederlandse vlag varend nucleair schip aansprakelijk is, aan de betrokkenen de nodige voorschotten verlenen.
2.
Onze Minister van Financiën bepaalt de grootte van de voorschotten, rekening houdende met de aard en omvang van de geleden kernschade, met de uitkering, waarop de betrokkene vermoedelijk aanspraak zal kunnen maken, en met diens persoonlijke omstandigheden.
3.
Een genoten voorschot komt in mindering van het door de exploitant aan de betrokkene verschuldigde bedrag van de vergoeding.
4.
In afwijking van het bepaalde in artikel 21, derde en vierde lid, kan Onze Minister van Financiën gedurende de tijd, dat het verbod van betaling van kracht is, van de verzekeraars en andere personen, die financiële zekerheid, als bedoeld in artikel 5, eerste lid, hebben gesteld, vorderen, dat zij, naar gelang bedragen van geleden kernschade zijn erkend of toegewezen, de in artikel 5, eerste lid, bedoelde middelen aan hem uitkeren tot ten hoogste het bedrag van de door hem verleende voorschotten.