Einde inhoudsopgave
Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 4a Regeling voor uitvoering door algemeen pensioenfonds
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
03-06-2023, Stb. 2023, 216 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken: 36067)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2023, Stb. 2023, 218 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Voor zover een algemeen pensioenfonds als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet voor de uitvoering van een of meerdere beroepspensioenregelingen een afgescheiden vermogen aanhoudt is hetgeen bij of krachtens de artikelen 1 tot en met 34, 36 tot en met 105a, 109a, 115 tot en met 118, 120 tot en met 214g is bepaald van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat daarbij voor beroepspensioenfonds wordt gelezen: algemeen pensioenfonds.
2.
Artikel 35 is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat in de uitvoeringsovereenkomst met een algemeen pensioenfonds ook een regeling wordt opgenomen met betrekking tot:
- a.
de voorwaarden die gelden bij beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h;
- b.
de kosten die verband houden met de uitvoering van de beroepspensioenregeling en die in mindering kunnen worden gebracht op een afgescheiden vermogen dat wordt aangehouden door een algemeen pensioenfonds;
- c.
de kosten die ten laste kunnen worden gebracht van de premie voor een afgescheiden vermogen dat wordt aangehouden door een algemeen pensioenfonds; en
- d.
de afspraken die met een algemeen pensioenfonds worden gemaakt over de kwaliteit van de dienstverlening.
3.
Indien een algemeen pensioenfonds een beroepspensioenregeling die is beëindigd uitvoert waarbij geen beroepspensioenvereniging meer betrokken is, stelt het algemeen pensioenfonds een uitvoeringsreglement op dat, voor zover van toepassing, voldoet aan de eisen die in artikel 35 en het tweede lid ten aanzien van de uitvoeringsovereenkomst zijn gesteld.
4.
Artikel 91 is van overeenkomstige toepassing bij een verzoek van de beroepspensioenvereniging tot collectieve waardeoverdracht die ertoe strekt de waarde onder te brengen in een andere collectiviteitkring bij hetzelfde algemeen pensioenfonds. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over collectieve waardeoverdracht als bedoeld in artikel 91 in de situatie van een beroepspensioenregeling die is beëindigd waarbij geen beroepspensioenvereniging meer betrokken is.
5.
Artikel 92 is van overeenkomstige toepassing bij een collectieve waardeoverdracht door een algemeen pensioenfonds aan een andere pensioenuitvoerder of een andere collectiviteitkring bij hetzelfde algemeen pensioenfonds bij beëindiging van een collectiviteitkring.
6.
Indien een beroepspensioenfonds een algemeen pensioenfonds wordt is artikel 92 van overeenkomstige toepassing.
7.
Artikel 110f is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat voor verantwoordingsorgaan wordt gelezen: verantwoordingsorgaan of belanghebbendenorgaan.
8.
De beroepspensioenregelingen die onder dezelfde verplichtstelling vallen vormen financieel een geheel en zijn, voor de toepassing van artikel 123 van de Pensioenwet, een collectiviteitkring waarvoor een algemeen pensioenfonds een afgescheiden vermogen aanhoudt. De vrijwillige pensioenregeling maakt deel uit van het zelfde afgescheiden vermogen als de basispensioenregeling.
9.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot de kosten, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b en c en de afspraken, bedoeld in het tweede lid, onderdeel d.