Einde inhoudsopgave
Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 36 Eisen inzake premiebetaling
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
12-12-2018, Stb. 2018, 476 (uitgifte: 18-12-2018, kamerstukken: 35015)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2018, Stb. 2018, 477 (uitgifte: 18-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
In de uitvoeringsovereenkomst wordt vastgelegd hoe de betaling van de premies door de beroepsgenoot aan de pensioenuitvoerder geschiedt, waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- a.
een beroepsgenoot voldoet de premie aan de pensioenuitvoerder uiterlijk binnen:
- 1°
twee maanden na afloop van elke maand waarover de premie verschuldigd is indien de pensioenuitvoerder op basis van actuele loonsomgegevens zijn administratie voert; of
- 2°
een maand na afloop van elk kwartaal waarover de premie verschuldigd is;
- b.
wanneer de premie op basis van een langere termijn dan een kwartaal wordt vastgesteld en in rekening gebracht, is deze termijn ten hoogste gelijk aan een jaar en voldoet de beroepsgenoot uiterlijk binnen een maand na afloop van elk kwartaal een vierde gedeelte van de verschuldigde jaarpremie op basis van een schatting van de pensioenuitvoerder, aan de pensioenuitvoerder; en
- c.
de totale jaarpremie wordt uiterlijk binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar voldaan aan de pensioenuitvoerder.