Smartengeld
Einde inhoudsopgave
Smartengeld 1998/6.4.6:6.4.6 Conclusies
Archief
Smartengeld 1998/6.4.6
6.4.6 Conclusies
Documentgegevens:
prof. mr. S.D. Lindenbergh, datum 21-06-1998
- Datum
21-06-1998
- Auteur
prof. mr. S.D. Lindenbergh
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Met betiekking tot de vergoeding van immateriële schade aan nabestaanden van een overledene kan worden geconstateerd dat het Nederlandse recht aanzienlijk restrictiever is dan de rechtsstelsels van een grote meerderheid van de overige genoemde landen. Naast Engeland, Frankrijk en België kennen ook vele andere Europese rechtsstelsels een recht op vergoeding van immateriële schade voor nabestaanden. Het Duitse recht kent die mogelijkheid indien het overlijden de oorzaak is van ernstige psychische schade van de nabestaanden, waarbij uitbreiding wordt bepleit. Wel verschillen de vormgeving van het recht en de uitwerking voor wat betreft de kring van gerechtigden en de omvang van het smartengeld enigszins van land tot land. Slechts het Oostenrijkse recht en het recht in de Scandinavische landen en in enkele voormalige Oostblok-landen zijn even restrictief als het Nederlandse en kennen in het geheel geen recht op smartengeld bij overlijden.
Met betrekking tot de toekenning van smartengeld aan naasten van een gewonde ligt de situatie genuanceerder. In een aantal landen wordt onder omstandigheden aan bepaalde naasten smartengeld toegekend. De kring van gerechtigden wordt daarbij doorgaans nauwer getrokken dan in gevallen van overlijden. In de overige landen bestaat een dergelijk recht niet, maar wordt in de (lagere) rechtspraak niettemin wel eens een vergoeding toegewezen.