Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 767/2009 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 79/373/EEG van de Raad, Richtlijn 80/511/EEG van de Commissie, Richtlijnen 82/471/EEG, 83/228/EEG, 93/74/EEG, 93/113/EG en 96/25/EG van de Raad en Beschikking 2004/217/EG van de Commissie
Bijlage IV Toegestane toleranties voor de etikettering van de samenstelling van voedermiddelen of mengvoeders als bedoeld in artikel 11, lid 5
Geldend
Geldend vanaf 26-12-2018
- Redactionele toelichting
Voedermiddelen en mengvoeders die vóór 26-12-2019 zijn geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 26-12-2018 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput, indien zij zijn bestemd voor voedselproducerende dieren. Voedermiddelen en mengvoeders die vóór 26-12-2020 zijn geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 26-12-2018 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput, indien zij zijn bestemd voor niet-voedselproducerende dieren.
- Bronpublicatie:
05-12-2018, PbEU 2018, L 310 (uitgifte: 06-12-2018, regelingnummer: 218/1903)
- Inwerkingtreding
26-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-12-2018, PbEU 2018, L 310 (uitgifte: 06-12-2018, regelingnummer: 218/1903)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Dierenrecht / Algemeen
Deel A: Toleranties voor de in de bijlagen I, V, VI en VII opgenomen analytische bestanddelen
1)
De in dit deel vastgestelde toleranties omvatten technische en analyseafwijkingen. Zodra op het niveau van de Unie analytische toleranties voor meetonzekerheden en procedurevarianten zijn vastgesteld, moeten de in punt 2 vastgelegde waarden dienovereenkomstig worden aangepast, zodat zij slechts de technische toleranties betreffen.
2)
Wanneer geconstateerd wordt dat de samenstelling van een voedermiddel of een mengvoeder afwijkt van de op het etiket aangegeven waarde van de in de bijlagen I, V, VI en VII opgenomen analytische bestanddelen, zijn de volgende toleranties van toepassing:
Bestanddeel | Opgegeven gehalte van het bestanddeel | Tolerantie (1) | |
---|---|---|---|
[%] | Onder de waarde op het etiket | Boven de waarde op het etiket | |
ruw vet | < 8 | 1 | 2 |
8–24 | 12,5 % | 25 % | |
> 24 | 3 | 6 | |
ruw vet, diervoeders voor niet-voedselproducerende dieren | < 16 | 2 | 4 |
16–24 | 12,5 % | 25 % | |
> 24 | 3 | 6 | |
ruw eiwit | < 8 | 1 | 1 |
8–24 | 12,5 % | 12,5 % | |
> 24 | 3 | 3 | |
ruw eiwit, diervoeders voor niet-voedselproducerende dieren | < 16 | 2 | 2 |
16–24 | 12,5 % | 12,5 % | |
> 24 | 3 | 3 | |
ruwe as | < 8 | 2 | 1 |
8–32 | 25 % | 12,5 % | |
> 32 | 8 | 4 | |
ruwe celstof | < 10 | 1,75 | 1,75 |
10–20 | 17,5 % | 17,5 % | |
> 20 | 3,5 | 3,5 | |
suiker | < 10 | 1,75 | 3,5 |
10–20 | 17,5 % | 35 % | |
> 20 | 3,5 | 7 | |
zetmeel | < 10 | 3,5 | 3,5 |
10–20 | 35 % | 35 % | |
> 20 | 7 | 7 | |
calcium | < 1 | 0,3 | 0,6 |
1–5 | 30 % | 60 % | |
> 5 | 1,5 | 3 | |
magnesium | < 1 | 0,3 | 0,6 |
1–5 | 30 % | 60 % | |
> 5 | 1,5 | 3 | |
natrium | < 1 | 0,3 | 0,6 |
1–5 | 30 % | 60 % | |
> 5 | 1,5 | 3 | |
totaal fosfor | < 1 | 0,3 | 0,3 |
1–5 | 30 % | 30 % | |
> 5 | 1,5 | 1,5 | |
in zoutzuur onoplosbare as | < 1 | geen grenswaarden vastgesteld | 0,3 |
1-5 | 30 % | ||
> 5 | 1,5 | ||
kalium | < 1 | 0,2 | 0,4 |
1–5 | 20 % | 40 % | |
> 5 | 1 | 2 | |
vocht | < 2 | geen grenswaarden vastgesteld | 0,4 |
2-< 5 | 20 % | ||
5–12,5 | 1 | ||
> 12,5 | 8 % | ||
energiewaarde (2) | 5 % | 10 % | |
eiwitwaarde (2) | 10 % | 20 % |
Deel B: Toleranties voor toevoegingsmiddelen die geëtiketteerd zijn overeenkomstig de bijlagen I, V, VI en VII
1)
De in dit deel vastgestelde toleranties omvatten alleen technische afwijkingen. Deze zijn van toepassing op toevoegingsmiddelen in de lijst van toevoegingsmiddelen en in de lijst van analytische bestanddelen.
Voor als analytische bestanddelen vermelde toevoegingsmiddelen zijn de toleranties van toepassing op de totale hoeveelheid die op de etikettering is vermeld als de gegarandeerde hoeveelheid aan het einde van de minimumhoudbaarheid van het diervoeder.
Wanneer wordt geconstateerd dat het gehalte van een toevoegingsmiddel in een voedermiddel of mengvoeder onder het opgegeven gehalte ligt, zijn de volgende toleranties van toepassing (1):
- a)
10 % indien het opgegeven gehalte 1 000 eenheden of meer bedraagt;
- b)
100 eenheden voor opgegeven gehalten van 500 tot 1 000 eenheden;
- c)
20 % van het opgegeven gehalte voor opgegeven gehalten van 1 eenheid tot 500 eenheden;
- d)
0,2 eenheid voor opgegeven gehalten van 0,5 eenheid tot 1 eenheid;
- e)
40 % van het opgegeven gehalte voor opgegeven gehalten van minder dan 0,5 eenheid.
2)
Wanneer een minimum- en/of maximumgehalte van een toevoegingsmiddel in diervoeder in het desbetreffende vergunningsbesluit voor dat toevoegingsmiddel is vastgesteld, zijn de technische toleranties overeenkomstig punt 1 slechts boven een minimumgehalte en onder een maximumgehalte van toepassing, naargelang van het geval.
3)
Zolang het vastgestelde maximumgehalte van een toevoegingsmiddel als bedoeld in punt 2 niet wordt overschreden, mag de afwijking naar boven van het opgegeven gehalte het drievoudige van de in punt 1 vermelde tolerantie bedragen. Indien voor de tot de groep van de micro-organismen behorende toevoegingsmiddelen in het desbetreffende vergunningsbesluit voor dat toevoegingsmiddel een maximumgehalte is vastgesteld, vormt het maximumgehalte echter de maximale toegestane waarde.
Voetnoten
De toleranties worden ofwel als absolute procentuele waarde vermeld (die waarde moet worden afgetrokken van/opgeteld bij de opgegeven waarde), ofwel als relatieve waarde met ‘%’ vermeld na de waarde (dit percentage moet op het opgegeven gehalte worden toegepast om de aanvaardbare afwijking te berekenen).
De toleranties zijn toepasselijk wanneer er geen tolerantie is vastgesteld volgens een EU-methode of een officiële nationale methode in de lidstaat waarin het voeder in de handel wordt gebracht, of volgens een door het Europees Comité voor Normalisatie goedgekeurde methode (https://standards.cen.eu/dyn/www/f?p=204:32:0::::FSP_ORG_ID,FSP_LANG_ID:6308,25&cs=1C252307F473504B6354F4EE56B99E235).
De toleranties zijn toepasselijk wanneer er geen tolerantie is vastgesteld volgens een EU-methode of een officiële nationale methode in de lidstaat waarin het voeder in de handel wordt gebracht, of volgens een door het Europees Comité voor Normalisatie goedgekeurde methode (https://standards.cen.eu/dyn/www/f?p=204:32:0::::FSP_ORG_ID,FSP_LANG_ID:6308,25&cs=1C252307F473504B6354F4EE56B99E235).
In dit punt betekent 1 eenheid 1 mg, 1 000 IE, 1×10 9KVE of 100 enzymactiviteitseenheden van het desbetreffende toevoegingsmiddel per kg diervoeder, naargelang van het geval.