Einde inhoudsopgave
RvdW 2010/1109
‘Wij denken dat U liegt’: geen partijdig Hof
HR 21-09-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM9141
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 september 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J.W. Ilsink, J. de Hullu
- Zaaknummer
09/00171
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BM9141
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM9141, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑09‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM9141, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑06‑2010
- Wetingang
Svart. 515 lid 5; EVRMart. 6 lid 1
Essentie
Tegen de afwijzing van een wrakingsverzoek staat geen rechtsmiddel open, zodat het cassatieberoep in zoverre niet-ontvankelijk is. De enkele omstandigheid dat de voorzitter van het Hof ter terechtzitting tegen de getuige heeft gezegd ‘wij denken dat u liegt’, levert niet een zwaarwegende aanwijzing op voor het oordeel dat hij jegens de verdachte een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij de verdachte dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is, mede in aanmerking genomen dat de voorzitter na de gewraakte opmerking heeft medegedeeld dat en waarom de getuige werd verdacht van meineed. Van schending van art. 6 lid 1 EVRM ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.