Einde inhoudsopgave
Europese standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen
Artikel 25.01 Bepalingen voor de Rijn (zone R)
Geldend
Geldend vanaf 07-10-2018
- Bronpublicatie:
07-09-2018, Stcrt. 2018, 50756 (uitgifte: 26-09-2018, regelingnummer: IENW/BSK-2018/156621)
- Inwerkingtreding
07-10-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-09-2018, Stcrt. 2018, 50756 (uitgifte: 26-09-2018, regelingnummer: IENW/BSK-2018/156621)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Zeeschepen, die op de Rijn varen, moeten voldoen aan de geldende nationale en internationale bepalingen betreffende de technische voorschriften inzake de bouw, de uitrusting en het milieu die van toepassing zijn op zeeschepen en dit kunnen aantonen door middel van de hiervoor benodigde certificaten.
2.
Zeeschepen moeten in aanvulling op de in het eerste lid genoemde voorschriften voldoen aan de volgende bepalingen van deze standaard:
- a)
- b)
van hoofdstuk 6:
de artikelen 6.01, eerste lid, en 6.02, eerste en tweede lid;
- c)
van hoofdstuk 7:
de artikelen 7.01, tweede lid, 7.02, eerste lid, en derde lid, eerste en derde alinea, 7.05, tweede lid,
artikel 7.13 voor schepen die voor het voeren van het schip door één persoon met behulp van radar zijn toegelaten;
- d)
van hoofdstuk 8:
artikel 8.03, derde lid, indien vanaf de stuurstelling een inrichting om de motor automatisch te stoppen kan worden uitgeschakeld, voorts artikelen 8.05, dertiende lid, 8.08, tiende lid, 8.09, eerste en tweede lid, en 8.10.
Een verzegeling van de afsluitorganen overeenkomstig artikel 8.08, tiende lid, wordt geacht overeen te komen met het afsluiten van de afsluitorganen in het lenssysteem, via welke het oliehoudende water overboord kan worden gepompt. De sleutel of sleutels daarvan moeten op een centrale als zodanig gekenmerkte plaats worden bewaard.
Een bewakings- en controlesysteem voor olielozingen, overeenkomstig voorschrift 16 van de MARPOL 73/78, wordt geacht overeen te komen met het verzegelen van het afsluitorgaan overeenkomstig artikel 8.08, tiende lid. De aanwezigheid van een bewakings- en controlesysteem moet door een internationaal document inzake de voorkoming van verontreiniging van de zee (IOPP document) overeenkomstig de MARPOL 73/78 worden aangetoond.
Blijkt uit het IOPP document dat het schip voorzien is van opslagtanks waarin al het aan boord aanwezige oliehoudende bilgewater en alle olieresten kunnen worden verzameld, dan wordt geacht dat aan artikel 8.09, tweede lid, is voldaan;
- e)
van hoofdstuk 10:
- f)
van hoofdstuk 13:
de artikelen 13.01 en 13.02, eerste lid;
- g)
voor zeeschepen die zijn toegelaten om deel uit te maken van een samenstel;
- h)
Aan hoofdstuk 27 is voldaan indien de stabiliteit voldoet aan de van kracht zijnde resoluties van de IMO en de betreffende stabiliteitsberekeningen door de bevoegde autoriteit gekeurd zijn en de containers op een voor de zeevaart gebruikelijke wijze zijn vastgezet.