Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/1003
Gemeenschapsmerkenverordening. ‘Lidstaat waar de inbreuk heeft plaatsgevonden’ als bedoeld in art. 95, lid 5. EEX-Verordening. Bevoegdheid. Art. 5, sub 3; merkinbreuk; bepaling plaats waar schadebrengende feit zich heeft voorgedaan; grensoverschrijdende deelneming van meerdere personen aan eenzelfde onrechtmatige daad.
HvJ EU 05-06-2014, ECLI:EU:C:2014:1318 (Coty/First Note)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
5 juni 2014
- Magistraten
L. Bay Larsen, K. Lenaerts, M. Safjan, J. Malenovský, A. Prechal
- Zaaknummer
C-360/12
- Roepnaam
Coty/First Note
- Vakgebied(en)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2014:1318, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 05‑06‑2014
- Wetingang
Art. 93 lid 5 Verordening (EG) nr. 40/94 (Gemeenschapsmerkenverordening); art. 5 onder 3 Verordening (EG) nr. 44/2001 (EEX-Verordening)
Essentie
Coty Germany GmbH tegen First Note Perfumes NV
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) bij beslissing van 28 juni 2012.
Gemeenschapsmerkenverordening. ‘Lidstaat waar de inbreuk heeft plaatsgevonden’ als bedoeld in art. 95, lid 5. EEX-Verordening. Bevoegdheid. Art. 5, sub 3; merkinbreuk; bepaling plaats waar schadebrengende feit zich heeft voorgedaan; grensoverschrijdende deelneming van meerdere personen aan eenzelfde onrechtmatige daad.
Het begrip ‘lidstaat waar de inbreuk heeft plaatsgevonden’ als bedoeld in art. 93, lid 5, van de Gemeenschapsmerkenverordening moet aldus worden uitgelegd dat wanneer een inbreukmakende waar op het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.