Renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting
Einde inhoudsopgave
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/6.9.6:6.9.6 Effectiviteit
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/6.9.6
6.9.6 Effectiviteit
Documentgegevens:
Dr. J. van Strien, datum 20-10-2006
- Datum
20-10-2006
- Auteur
Dr. J. van Strien
- JCDI
JCDI:ADS588666:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Een ander punt is de effectiviteit van de regeling. In dit verband wijs ik op de problematiek van de kruislingse verrekening, zie paragraaf 6.8.4.2 en 6.9.2. Indien kruislingse verrekening daadwerkelijk mogelijk is, gaat daarmee een belangrijk deel van de effectiviteit van de regeling verloren. Hierbij abstraheer ik van samenhangende volgtijdige overnames. Een dergelijke situatie kan – gelet op de ratio van de regeling – mogelijk nog wel onder toepassing van art. 15ad worden gebracht. Bij niet samenhangende opvolgende acquisities is kruislingse verrekening op basis van de tekst mijns inziens mogelijk. Van het financieren van de eigen overname is immers geen sprake meer. Bij de opeenvolgende acquisitie van twee werkmaatschappijen, financieren deze vennootschappen evenwel elkaars overname. Ik betwijfel of dit het doel van de wetgever is geweest. Ik vermoed van niet, maar duidelijk is dit niet. De vraag is evenwel voor wiens rekening dergelijke onduidelijkheid zou moeten komen. Ik meen dat dit het risico is van de wetgever; de wettekst is immers duidelijk en de ratio is onduidelijk. In zo’n situatie zou de weegschaal door moeten slaan in het voordeel van de belastingplichtige.