Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 528/2012 op de markt aanbieden en het gebruik van biociden
Artikel 42 Biociden waarvoor een toelating van de Unie kan worden verleend
Geldend
Geldend vanaf 17-07-2012
- Bronpublicatie:
22-05-2012, PbEU 2012, L 167 (uitgifte: 27-06-2012, regelingnummer: 528/2012)
- Inwerkingtreding
17-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2012, PbEU 2012, L 167 (uitgifte: 27-06-2012, regelingnummer: 528/2012)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Algemeen
1.
Voor de volgende categorieën biociden waarvoor in de hele Unie soortgelijke gebruiksomstandigheden gelden, met uitzondering van biociden die werkzame stoffen bevatten die onder artikel 5 vallen en van biociden van de productsoorten 14, 15, 17, 20 en 21, kan een toelating van de Unie worden aangevraagd. De toelating van de Unie kan worden verleend:
- a)
per 1 september 2013 voor biociden die een of meer nieuwe werkzame stoffen bevatten en voor biociden van de productsoorten 1, 3, 4, 5, 18 en 19;
- b)
per 1 januari 2017 voor biociden van de productsoorten 2, 6 en 13; en
- c)
per 1 januari 2020 voor biociden van de overige productsoorten.
2.
Uiterlijk op 1 september 2013 stelt de Commissie richtsnoeren op voor de definitie van ‘biociden waarvoor in de hele Unie soortgelijke gebruiksomstandigheden gelden’.
3.
De Commissie dient uiterlijk op 31 december 2017 aan het Europees Parlement en de Raad verslag in over de toepassing van dit artikel. Dit verslag bevat een evaluatie van de uitsluiting van de productsoorten 14, 15, 17, 20 en 21 van toelatingen van de Unie.
Dit verslag gaat, indien nodig, vergezeld van volgens de gewone wetgevingsprocedure aan te nemen voorstellen ter zake.