Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1070
Opiumwetdelicten en gewoontewitwassen. Bewijsklachten en klacht over grondslagverlating. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
HR 25-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1754
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 september 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst, M.J. Borgers
- Zaaknummer
16/06198
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1754, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:678, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑2018
Essentie
Opiumwetdelicten en gewoontewitwassen. Bewijsklachten en klacht over grondslagverlating. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
25 september 2018
Strafkamer
nr. S 16/06198
ABO
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 25 november 2016, nummer 22/001483-12, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.M.W. Paridaens:
1. Het gerechtshof Den Haag heeft bij arrest van 25 november 2016 de verdachte veroordeeld ter zake van ‘1. medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.