Einde inhoudsopgave
Wet internationale misdrijven
Artikel 21 [Overgangsrecht]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2012
- Bronpublicatie:
08-12-2011, Stb. 2011, 605 (uitgifte: 22-12-2011, kamerstukken: 32475)
- Inwerkingtreding
01-04-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-01-2012, Stb. 2012, 15 (uitgifte: 20-01-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
1.
Wanneer op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet ter zake van genocide, foltering of een misdrijf dat overeenkomt met een misdrijf als omschreven in de artikelen 5, 6 of 7 van deze wet, overeenkomstig het oude recht reeds vervolging is ingesteld bij een andere rechter dan bedoeld in artikel 15 van deze wet, wordt de zaak bij dezelfde rechter voortgezet.
2.
Artikel 13 is mede van toepassing op feiten, strafbaar gesteld in de Uitvoeringswet folteringverdrag en gepleegd voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, tenzij het feit op dat tijdstip reeds is verjaard.
3.
Artikel 16g is mede van toepassing op feiten, ter uitvoering van het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (Trb. 1985, 69) strafbaar gesteld op grond van de Nederlands-Antilliaanse strafwet en gepleegd voor het tijdstip van transitie bedoeld in artikel 1, onder a, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, tenzij het feit op dat tijdstip reeds is verjaard.
4.
Artikel 2 is van toepassing op het misdrijf genocide dat is begaan op of na 24 oktober 1970.