Einde inhoudsopgave
Wet internationale misdrijven
Artikel 2 [Toepasselijkheid Nederlandse strafwet]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
06-07-2016, Stb. 2016, 304 (uitgifte: 31-08-2016, kamerstukken: 33866)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-10-2016, Stb. 2016, 358 (uitgifte: 14-10-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
1.
Onverminderd het te dien aanzien in het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Militair Strafrecht bepaalde is de Nederlandse strafwet toepasselijk:
- a.
op ieder die zich buiten Nederland schuldig maakt aan een van de in deze wet omschreven misdrijven, wanneer de verdachte zich in Nederland of in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bevindt;
- b.
op ieder die zich buiten Nederland schuldig maakt aan een van de in deze wet omschreven misdrijven, wanneer het feit is begaan tegen een Nederlander, een Nederlandse ambtenaar, dan wel een Nederlands voertuig, vaartuig of luchtvaartuig;
- c.
op de Nederlander die zich buiten Nederland schuldig maakt aan een van de in deze wet omschreven misdrijven.
2.
Met een Nederlander wordt voor de toepassing van het eerste lid gelijkgesteld de vreemdeling die in Nederland een vaste woon- of verblijfplaats heeft, alsmede, voor zover het de toepassing van het eerste lid, onder c, betreft, de vreemdeling die na het plegen van het feit Nederlander wordt. Artikel 86b van het Wetboek van Strafrecht is van overeenkomstige toepassing.