Inhoudsopgave
DD 2015/77:Het gebruik van kennelijk leugenachtige verklaringen van verdachten in bewijsmotiveringen
DD 2015/77
Het gebruik van kennelijk leugenachtige verklaringen van verdachten in bewijsmotiveringen
Documentgegevens:
A.N. Biersteker & B. de Wilde, datum 25-11-2015
- Datum
25-11-2015
- Auteur
A.N. Biersteker & B. de Wilde1
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS798192:1
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
17.1 HR 3 juli 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW9968, NJ 2012/466
“4.2.
Een verklaring van de verdachte die naar het oordeel van de rechter kennelijk leugenachtig is en afgelegd om de waarheid te bemantelen, mag volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad tot het bewijs worden gebezigd. Zodanig oordeel zal dan wel voldoende grondslag moeten vinden in vastgestelde feiten en omstandigheden, vervat in een of meer andere voor het bewijs gebezigde bewijsmiddelen (vgl. HR 19 maart 1996, LJN ZD0413, NJ 1996/540, r.o. 4.4). Tot bedoelde andere bewijsmiddelen kunnen in ieder geval niet worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.