Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/182
182 Rechtmatig belang
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691554:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Wanneer een art. 843a Rv incident in de gegeven omstandigheden absoluut kansloos is, kan sprake zijn van misbruik van procesrecht (een (contra-)bevrijdend verweer zijdens verweerder in het incident). Verweerder in het incident zal moeten stellen dat de incidentele vordering van verweerder in de hoofdzaak jegens verweerder in het incident is gebaseerd op feiten en omstandigheden waarvan eiser in het incident de onjuistheid kende of had behoren te kennen of dat er sprake is van stellingen waarvan eiser in het incident op voorhand had moeten begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden (HR 29 juni 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA3516, NJ 2007/353 (Waterschap Regge en Dinkel/Milieutech)). In dat geval diende het incident kennelijk geen ander doel dan de procedure te vertragen.
Zie voor een voorbeeld Hof ’s-Hertogenbosch 18 februari 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:400 (tussenarrest) en 14 oktober 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:4222, NJF 2015/120 (eindarrest).
Rb. Rotterdam 10 april 2019, ECLI:NL:2019:RBROT:2019:3389.
HR 8 juni 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV8510, NJ 2013/286 met nt. H.B. Krans.
Een voorlopig getuigenverhoor, een voorlopig deskundigenbericht, een voorlopige plaatsopneming en een voorlopig inzageverzoek (Kamerstukken II 2019/20, 35 498, nr. 2).
Kamerstukken II 2019/20, 35 498, nr. 3, p. 10-12 en 39-46 (MvT). Zie ook Sijmonsma 2019 en Ekelmans 2020. Hercodificatie van art. 843a Rv vindt plaats: de regeling wordt in de wettelijke regeling van het bewijsrecht ondergebracht.
Het bewijsbeslag wordt wettelijk geregeld (art. 205 en 206 Wetsvoorstel Herziening bewijsrecht). Zie hiervoor HR 13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ9958, NJ 2014/455 met nt. H.B. Krans (Molenbeek Invest/Begeer; waarin een normenkader voor bewijsbeslag werd geschetst), Molkenboer 2020, de beslagsyllabus, versie aug. 2022, p. 55 e.v en Asser Procesrecht/Asser 3 2023/203a.
Het vereiste van ‘rechtmatig belang’ wordt vervangen door ‘voldoende belang’ (art. 194 lid 1 en 195, 195a en 204 Wetsvoorstel Herziening bewijsrecht).
Hammerstein 2020a.
Een verschoningsrecht of gewichtige redenen zijn de enige gronden voor het niet voldoen aan de verplichting (art. 194 lid 2 onder a resp. onder b Wetsvoorstel Herziening bewijsrecht).
Zie voor de voorwaarden en afwijzingscriteria art. 194 en 196 Wetsvoorstel Herziening bewijsrecht.
Hoofdzakelijk geïnspireerd door het wetgevingsadvies van de NOvA van 3 september 2020.
De bewijsverzamelplicht zou de toegang tot het recht bemoeilijken (Kamerstukken II 2020/21, 35 498, nr. 5, p. 2). Zie over de preprocessuele bewijsverzamelplicht nr. 166, 183, 187, 199 en 369.
Bij verweerder in de hoofdzaak berust de stelplicht en bewijslast van de feiten die hij ten grondslag legt aan zijn bevrijdend verweer. Verweerder heeft daarmee een rechtmatig belang. Verweerder in de hoofdzaak zal voldoende concrete feiten en omstandigheden dienen te stellen waaruit zijn belang blijkt. Belang is aanwezig indien een bewijsstuk kan bijdragen aan het onderbouwen en/of aantonen van een mogelijk relevante stelling voor het te beoordelen bevrijdend verweer. Wanneer verweerder in de hoofdzaak alleen maar hoopt het bevrijdend verweer te kunnen onderbouwen met bij eiser in te zien bescheiden, levert dat geen rechtmatig belang bij de gevorderde inzage op, maar is de vordering een fishing expedition.
Eiser in de hoofdzaak/verweerder in het incident zal de stellingen van eiser in het incident voldoende moeten betwisten. De rechter zal nagaan of verweerder zijn belang heeft aangetoond. De rechter betrekt bij zijn oordeel of het bevrijdend verweer niet op voorhand als kansloos kan worden aangemerkt.1 Onderbouwt eiser in het incident onvoldoende wat de opgevraagde bescheiden meer of anders kunnen aantonen over het door hem in de hoofdzaak gevoerde bevrijdende verweer dan de stukken die reeds onderdeel uitmaken van het procesdossier in de hoofdzaak, dan zal de incidentele vordering worden afgewezen.2 Daar staat tegenover dat afwijzing van de incidentele vordering zonder dat verweerder in de hoofdzaak over de verlangde bescheiden zal kunnen beschikken en verweerder daardoor onvoldoende gelegenheid heeft zijn standpunt met betrekking tot zijn bevrijdend verweer te onderbouwen, tot een gebrek aan equality of arms kan leiden.
Voorbeeld van toewijzing bij de eis in reconventie/bij een verweer in conventie
“Het Waterschap legt aan zijn vordering tot inzage ten grondslag dat het ten behoeve van zijn verweer in conventie in de hoofdprocedure en ten behoeve van de onderbouwing van zijn vordering in reconventie in de hoofdprocedure belang heeft bij kennisneming van de genoemde informatie, dat aan de overige vereisten van artikel 843a Rv is voldaan. (…)
Met het Waterschap oordeelt de rechtbank dat het Waterschap een rechtmatig belang heeft bij afschrift van, althans inzage in de registraties. Immers stelt inzage in deze registraties het Waterschap in staat om vast te stellen of en in hoeverre Boskalis tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst en of, en in hoeverre, er sprake is van - in de ogen van het Waterschap - volledig herstel door Boskalis. Daarmee is dit punt van belang voor de vorderingen in conventie en in reconventie. Daarnaast is sprake van voldoende belang, omdat door afschrift, althans inzage het Waterschap kan verifiëren of (…).”3
De rechtsoverweging van dit voorbeeld kan eveneens worden gehanteerd ingeval (uitsluitend) een bevrijdend verweer wordt gevoerd.
Hoe meer verweerder in de hoofdzaak zijn (bewijs)belang zal kunnen duiden en onderbouwen, hoe groter de kans dat hij hierin wordt toegelaten. M.i. is een rechtmatig belang aanwezig indien eiser in het incident gemotiveerd aanvoert dat hij bij afwijzing van zijn exhibitievordering nadelige gevolgen zal ondervinden in zijn bewijspositie. Wordt de vordering in het incident toegewezen dan is verweerder in de hoofdzaak – analoog aan eiser met bewijslast die niet verplicht is een procedure in te stellen –4 niet verplicht tot het daadwerkelijk aanvoeren van het bewuste verweer.
Wetsvoorstel Herziening bewijsrecht voorlopige bewijsverrichtingen
In het Wetsvoorstel Herziening bewijsrecht worden alle voorlopige bewijsverrichtingen5 samengevoegd tot één verzoek; het exhibitierecht wordt als onderdeel van deze wettelijke regeling opgenomen (art. 194, 195 en 195a Wetsvoorstel Herziening bewijsrecht);6art. 843a Rv vervalt. In plaats van het begrip ‘bescheiden’, wordt het begrip ‘gegevens’ gebruikt; er vallen dan ook andere vormen van bewijsmateriaal onder.7 Uitgangspunt is dat een partij bij een rechtsbetrekking jegens degene die beschikt over bepaalde gegevens, recht heeft (ook buiten rechte) op inzage, afschrift of uittreksel als zij daarbij voldoende belang heeft.8 Partijen worden verplicht aan buiten rechte gedane verzoeken tot inzage te voldoen (art. 194 lid 1 Wetsvoorstel Herziening bewijsrecht). Dat inzage zonder rechterlijke tussenkomst kan plaatsvinden noodzaakte de voorzitter van VNO-NCW zich tot de minister van Veiligheid & Justitie te wenden (brief van 6 december 2010) en daarbij zijn zorg uit te spreken over het voorontwerp van een regeling van het inzagerecht (33 079). In de brief wordt de vrees uitgesproken dat dit: ‘[kan] leiden tot het lukraak links en rechts opvragen van documenten, bijvoorbeeld door belangengroeperingen, in de hoop dat dat genoeg belastend materiaal oplevert voor een procedure. In het kader van de toenemende claimcultuur is dit zeer ongewenst en zal dit een zeer negatief effect hebben op het Nederlandse vestigingsklimaat’.9 Verstrekt de wederpartij deze gegevens niet buiten rechte,10 dan kan voorafgaand aan de procedure een inzageverzoek bij wijze van voorlopige bewijsverrichting worden gedaan;11 in spoedeisende gevallen bij de voorzieningenrechter. De vaste kamercommissie voor Justitie en Veiligheid heeft op 1 oktober 2020 een kritisch verslag12 – vooral wat betreft het inzagerecht en de bewijsverzamelplicht13 – uitgebracht.