Einde inhoudsopgave
Universele verklaring van de rechten van de mens
Artikel 25
Geldend
Geldend vanaf 10-12-1948
- Redactionele toelichting
De oorpronkelijke publicatiegegevens van de Verklaring zijn niet eenduidig. De tekst van de Verklaring is opgenomen volgens de publicatie in Trb. 1969, 99.
- Bronpublicatie:
10-12-1948, Trb. 1969, 99 (uitgifte: 16-07-1969, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-12-1948
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-1948, Trb. 1969, 99 (uitgifte: 16-07-1969, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Verenigde Naties
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
1.
Een ieder heeft recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder begrepen voeding, kleding, huisvesting en geneeskundige verzorging en de noodzakelijke sociale diensten, alsmede het recht op voorziening in geval van werkloosheid, ziekte, invaliditeit, overlijden van de echtgenoot, ouderdom of een ander gemis aan bestaansmiddelen, ontstaan ten gevolge van omstandigheden onafhankelijk van zijn wil.
2.
Moeder en kind hebben recht op bijzondere zorg en bijstand. Alle kinderen, al dan niet wettig, zullen dezelfde sociale bescherming genieten.