Einde inhoudsopgave
Universele verklaring van de rechten van de mens
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 10-12-1948
- Redactionele toelichting
De oorpronkelijke publicatiegegevens van de Verklaring zijn niet eenduidig. De tekst van de Verklaring is opgenomen volgens de publicatie in Trb. 1969, 99.
- Bronpublicatie:
10-12-1948, Trb. 1969, 99 (uitgifte: 16-07-1969, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-12-1948
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-1948, Trb. 1969, 99 (uitgifte: 16-07-1969, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Verenigde Naties
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
1.
Een ieder heeft het recht om deel te nemen aan het bestuur van zijn land, rechtstreeks of door middel van vrij gekozen vertegenwoordigers.
2.
Een ieder heeft het recht om op voet van gelijkheid te worden toegelaten tot de overheidsdiensten van zijn land.
3.
De wil van het volk zal de grondslag zijn van het gezag van de Regering: deze wil zal tot uiting komen in periodieke en eerlijke verkiezingen, die gehouden zullen worden krachtens algemeen en gelijkwaardig kiesrecht en bij geheime stemmingen of volgens een procedure, die evenzeer de vrijheid van de stemmen verzekert.