Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/152
Poging tot diefstal d.m.v. verbreking, art. 311 lid 1 onder 5 Sr. Klacht over strafmotivering (gevangenisstraf van 2 maanden). HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 20/03401.
HR 18-01-2022, ECLI:NL:HR:2022:32
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 januari 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
20/03400
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:32, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑01‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1257, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑11‑2021
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/03400
Datum 18 januari 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 21 oktober 2020, nummer 21-002797-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T.N.B.M. Spronken:
1. Het cassatieberoep
1.1.
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.