Smartengeld
Einde inhoudsopgave
Smartengeld 1998/6.5.2.3:6.5.2.3 Praktisch getinte bezwaren
Archief
Smartengeld 1998/6.5.2.3
6.5.2.3 Praktisch getinte bezwaren
Documentgegevens:
prof. mr. S.D. Lindenbergh, datum 21-06-1998
- Datum
21-06-1998
- Auteur
prof. mr. S.D. Lindenbergh
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zo wordt in de parlementaire geschiedenis (MvA I Inv., PG Bk 6, p. 1275) gesproken van het 'op peil moeten houden van verdriet' en van 'Schnüffeln in Schlafzimmern', hetgeen nodig zou zijn voor de bewijsgaring m.b.t. het bestaan en de omvang van de schade.
Zie MvA i Inv., PG Bk 6, p. 1274.
In deze zin ook Bouma 1995, p. 209.
Ook in de parlementaire geschiedenis (EV I, PG Bk 6, p. 388-389) werd het gevaar van onsmakelijke procespraktijken overigens vooral in verband gebracht met het toekennen van hoge bedragen.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Tegen een recht op vergoeding van immateriële schade bij overlijden of verwonding van een naaste zijn verschillende bezwaren aangevoerd die meer praktisch van aard zijn, zoals de moeilijkheid van de 'waardering van affectie', het bevorderen van onsmakelijke procespraktijken,1 complicatie van de schade-afwikkeling en overbelasting van de rechterlijke macht.2 Het gaat hierbij mijns inziens steeds om aspecten die zijn terug te voeren op de vaststelling van de kring van tot vergoeding gerechtigden en op de bepaling van de omvang van een dergelijke vergoeding. Daarover is reeds opgemerkt dat - zoals ook andere rechtsstelsels laten zien - het gewicht van de geuite bezwaren sterk afhangt van de wijze waarop een eventueel recht op vergoeding wordt vormgegeven. Daarbij kan worden gekozen voor een betrekkelijk rigide stelsel als het Engelse, waarin de geschetste problemen door een wettelijke regeling zijn ondervangen, maar ook wanneer men kiest voor een meer 'open' vormgeving, moeten de genoemde bezwaren mijns inziens niet worden overschat. Ook in andere gevallen blijkt in de praktijk redelijk te kunnen worden omgegaan met soms gevoelige problematiek zoals bijvoorbeeld de inschatting van hertrouwkansen en de beoordeling van samenlevingsvormen in het kader van artikel 6:108.3 Daar kan nog aan worden toegevoegd dat het gevaar van excessen hier wordt beïnvloed door de omvang van de toe te kennen bedragen.4 Gaat het om zeer hoge bedragen, dan worden hardere procespraktijken eerder in de hand gewerkt dan wanneer de belangen beperkt blijven tot betrekkelijk bescheiden bedragen zoals die ook elders wel worden toegekend.