Einde inhoudsopgave
Verordening (EEG) nr. 2137/85 tot instelling van Europese economische samenwerkingsverbanden (EESV)
Artikel 17
Geldend
Geldend vanaf 03-08-1985
- Bronpublicatie:
25-07-1985, PbEG 1985, L 199 (uitgifte: 31-07-1985, regelingnummer: 2137/85)
- Inwerkingtreding
03-08-1985
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-07-1985, PbEG 1985, L 199 (uitgifte: 31-07-1985, regelingnummer: 2137/85)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Elk lid heeft één stem. De overeenkomst kan evenwel aan bepaalde leden meer stemmen toekennen, doch geen enkel lid mag de meerderheid der stemmen bezitten.
2.
De volgende besluiten kunnen de leden slechts bij eenparigheid van stemmen nemen:
- a)
wijziging van het doel van het samenwerkingsverband;
- b)
wijziging van het aan elk der leden toegekende aantal stemmen;
- c)
wijziging van de procedure van besluitvorming;
- d)
verlenging van de duur van het samenwerkingsverband tot na het in de oprichtingsovereenkomst vastgestelde tijdstip;
- e)
wijziging van het aandeel van elk van de leden of van enkele hunner in de financiering van het samenwerkingsverband;
- f)
wijziging van enige andere verplichting van een lid, tenzij in de oprichtingsovereenkomst anders is bepaald;
- g)
niet in dit lid genoemde wijzigingen van de oprichtingsovereenkomst, tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald.
3.
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorschrijft dat de besluiten met eenparigheid van stemmen moeten worden genomen, kan in de oprichtingsovereenkomst worden bepaald volgens welke regels inzake quorum of meerderheid alle of bepaalde besluiten worden genomen. Wanneer de overeenkomst daaromtrent niets bepaalt, worden de besluiten met eenparigheid van stemmen genomen.
4.
Op initiatief van een bestuurder of op verzoek van een lid moet het bestuur een raadpleging van de leden houden opdat dezen een besluit nemen.