Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/182
Art. 81 lid 1 RO. Huur bedrijfsruimte. Beëindiging wegens dringend eigen gebruik i.v.m. renovatie. Mogelijkheid van renovatie zonder beëindiging. Belangenafweging, art. 7:296 lid 3 BW.
HR 31-01-2020, ECLI:NL:HR:2020:146
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
31 januari 2020
- Magistraten
Mrs. G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/04755
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Huurbeleid
Huurrecht / Huur van bedrijfsruimte
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:146, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 31‑01‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1014, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑10‑2019
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 18/04755
Datum 31 januari 2020
ARREST
In de zaak van
[eiser], wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
hierna: [eiser],
advocaat: M.E.M.G. Peletier,
tegen
[verweerder], wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: [verweerder],
advocaat: R.L.M.M. Tan.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent:
Het gaat in deze zaak om de beantwoording van de vraag of het hof de vordering van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.