Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1400/2002 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de motorvoertuigensector
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2004
- Bronpublicatie:
16-04-2003, PbEU 2003, L 236 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2003, PbEU 2003, L 236 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Verordening van de Commissie van 31 juli 2002 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de motorvoertuigensector
De Commissie van de Europese Gemeenschappen,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening nr. 19/65/EEG van de Raad van 2 maart 1965 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op groepen van overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1215/1999 (2), en met name op artikel 1,
Na bekendmaking van de ontwerpverordening (3),
Na raadpleging van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Op grond van de ervaring die in de motorvoertuigensector is opgedaan met de distributie van nieuwe motorvoertuigen, reserveonderdelen en service na verkoop, kunnen groepen verticale overeenkomsten worden omschreven waarvan kan worden aangenomen dat deze gewoonlijk aan de voorwaarden van artikel 81, lid 3, voldoen.
- (2)
Op grond van deze ervaring kan worden geconcludeerd dat in deze sector strengere regels dan die van Verordening (EG) nr. 2790/1999 van de Commissie van 22 december 1999 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen (4) noodzakelijk zijn.
- (3)
Deze strengere regels voor het verlenen van een groepsvrijstelling, hierna ‘vrijstelling’ genoemd, zijn van toepassing op verticale overeenkomsten betreffende de koop of verkoop van nieuwe motorvoertuigen, verticale overeenkomsten betreffende de koop of verkoop van reserveonderdelen voor motorvoertuigen en verticale overeenkomsten betreffende de koop of verkoop van herstellings- en onderhoudsdiensten voor dergelijke voertuigen wanneer die overeenkomsten worden gesloten tussen niet-concurrerende ondernemingen, tussen bepaalde concurrenten of door bepaalde verenigingen van kleinhandelaren of herstellers. Hieronder zijn begrepen verticale overeenkomsten die worden gesloten tussen een op kleinhandelsniveau actieve distributeur of een erkende hersteller en een (onder)distributeur of hersteller. Deze verordening dient op die verticale overeenkomsten eveneens van toepassing te zijn wanneer zij nevenbepalingen bevatten betreffende de overdracht of het gebruik van intellectuele-eigendomsrechten. Het begrip ‘verticale overeenkomsten’ dient derhalve zodanig te worden gedefinieerd dat daaronder zowel overeenkomsten als de daarmee overeenstemmende onderling afgestemde feitelijke gedragingen worden verstaan.
- (4)
Het voordeel van de vrijstelling dient beperkt te zijn tot verticale overeenkomsten waarvan met voldoende zekerheid kan worden aangenomen dat zij aan de voorwaarden van artikel 81, lid 3, voldoen.
- (5)
Verticale overeenkomsten die tot de in deze verordening omschreven groepen behoren, kunnen de economische efficiëntie binnen een productie- of distributieketen bevorderen door een betere coördinatie tussen de deelnemende ondernemingen mogelijk te maken; in het bijzonder kunnen zij tot een vermindering van de transactie- en distributiekosten van de partijen leiden en tot een optimalisering van de hoogte van hun verkoop en investeringen.
- (6)
De kans dat een dergelijke efficiëntiebevorderende werking zwaarder weegt dan de mededingingverstorende gevolgen van in verticale overeenkomsten vervatte beperkingen, hangt af van de mate waarin de betrokken ondernemingen marktmacht bezitten en derhalve van de mate waarin deze ondernemingen concurrentie ondervinden van andere leveranciers van goederen of diensten die op grond van de kenmerken en prijzen van de producten, en van het gebruik waartoe zij bestemd zijn, door de afnemer als onderling verwisselbaar of substitueerbaar worden beschouwd.
- (7)
Om rekening te houden met de marktmacht van leveranciers dienen drempels te worden vastgesteld op basis van het marktaandeel. Voorts dient deze sectorale verordening strengere voorschriften te behelzen dan Verordening (EG) nr. 2790/1999, met name wat de selectieve distributie betreft. De drempels waaronder er van kan worden uitgegaan dat de voordelen die de verticale overeenkomsten opleveren, opwegen tegen de mededingingbeperkende gevolgen ervan, dienen te variëren naar gelang van de kenmerken van de verschillende types verticale overeenkomsten. Derhalve kan ervan worden uitgegaan dat verticale overeenkomsten in het algemeen dergelijke voordelen opleveren wanneer de betrokken leverancier een marktaandeel van hoogstens 30 % op de markten voor de distributie van nieuwe motorvoertuigen of reserveonderdelen heeft, dan wel hoogstens 40 % wanneer voor de verkoop van nieuwe motorvoertuigen kwantitatieve selectieve distributie wordt toegepast. Wat de service na verkoop betreft, kan ervan worden uitgegaan dat verticale overeenkomsten waarbij de leverancier criteria vaststelt betreffende de wijze waarop zijn erkende herstellers herstellings- of onderhoudsdiensten voor de motorvoertuigen van het relevante model moeten verrichten en hun tevens apparatuur verstrekt, en hen opleidt voor het verrichten van dergelijke diensten, in het algemeen dergelijke voordelen opleveren wanneer het netwerk van erkende herstellers van de betrokken leverancier een marktaandeel van hoogstens 30 % bezit. In het geval van verticale overeenkomsten die exclusieve-leveringsverplichtingen bevatten, moet evenwel het marktaandeel van de afnemer in aanmerking worden genomen om de algemene gevolgen van deze verticale overeenkomsten op de markt te beoordelen.
- (8)
Boven deze marktaandeeldrempels kan niet ervan worden uitgegaan dat verticale overeenkomsten welke onder artikel 81, lid 1, vallen, gewoonlijk objectieve voordelen zullen meebrengen die naar hun aard en omvang opwegen tegen de uit deze overeenkomsten voortvloeiende nadelen voor de mededinging. In het geval van kwalitatieve selectieve distributie zijn deze voordelen echter te verwachten, ongeacht de omvang van het marktaandeel van de leverancier.
- (9)
Om te verhinderen dat een leverancier een overeenkomst opzegt omdat een distributeur of een hersteller zich concurrentiebevorderend gedraagt — zoals de actieve of passieve verkoop aan buitenlandse gebruikers, de verkoop van meer merken of de uitbesteding van herstellings- en onderhoudsdiensten —, moet in elke opzegging duidelijk schriftelijk melding worden gemaakt van de redenen, die objectief en doorzichtig moeten zijn. Teneinde de onafhankelijkheid van distributeurs en herstellers ten opzichte van hun leveranciers te bevorderen, dient voorts te worden voorzien in minimumopzeggingstermijnen voor de niet-verlenging van overeenkomsten van bepaalde duur en voor de beëindiging van overeenkomsten van onbepaalde duur.
- (10)
Teneinde de marktintegratie in de hand te werken en distributeurs of erkende herstellers in de gelegenheid te stellen nieuwe zakelijke kansen te benutten, moeten distributeurs of erkende herstellers in de mogelijkheid verkeren andere ondernemingen van hetzelfde type te verwerven die hetzelfde merk motorvoertuigen verkopen of repareren en die van het distributiestelsel deel uitmaken. Hiertoe moet elke verticale overeenkomst tussen een leverancier en een distributeur of erkende hersteller, aan de laatstgenoemde het recht verlenen al zijn rechten en verplichtingen over te dragen aan een andere onderneming van zijn keuze die van hetzelfde type is, hetzelfde merk motorvoertuigen verkoopt of herstelt en tot het distributiestelsel behoort.
- (11)
Ter bevordering van een snelle beslechting van geschillen die tussen de partijen bij een distributieovereenkomst ontstaan en de daadwerkelijke mededinging zouden kunnen belemmeren, dient vrijstelling alleen te worden verleend voor overeenkomsten die elke partij het recht verlenen een beroep te doen op een onafhankelijke deskundige of scheidsrechter, in het bijzonder in het geval van opzegging van de overeenkomst.
- (12)
Deze verordening heeft geen betrekking op verticale overeenkomsten die bepaalde soorten sterk mededingingverstorende beperkingen (hardekernbeperkingen) bevatten die de mededinging over het algemeen merkbaar beperken, zelfs bij geringe marktaandelen, en die niet onmisbaar zijn om de bovengenoemde positieve effecten te bewerkstelligen, ongeacht het marktaandeel van de betrokken ondernemingen. Dit betreft in het bijzonder verticale overeenkomsten die beperkingen bevatten zoals minimumprijzen, vaste doorverkoopprijzen of — met bepaalde uitzonderingen — beperkingen van het gebied waarin, of van de klanten aan wie, een distributeur of hersteller de contractgoederen of — diensten mag verkopen. Deze overeenkomsten dienen niet voor vrijstelling in aanmerking te komen.
- (13)
Er moet voor worden gezorgd dat de daadwerkelijke mededinging op de gemeenschappelijke markt tussen de in de verschillende lidstaten gevestigde distributeurs niet wordt beperkt wanneer een leverancier op sommige markten selectieve distributie toepast, terwijl hij voor andere markten andere distributievormen toepast. Met name dienen selectieve distributieovereenkomsten die beperkingen opleggen aan de passieve verkoop aan eindgebruikers of niet-erkende distributeurs op markten waar exclusieve gebieden zijn toegewezen, alsmede selectieve distributieovereenkomsten die beperkingen opleggen aan de passieve verkoop aan groepen klanten die exclusief aan andere distributeurs zijn toegewezen, van het voordeel van de vrijstelling te worden uitgesloten. De vrijstelling dient ook te worden ontzegd aan exclusieve distributieovereenkomsten wanneer beperkingen gelden voor de actieve of passieve verkoop aan de eindgebruikers of aan niet-erkende distributeurs op markten waarop selectieve distributie wordt toegepast.
- (14)
Het recht van een distributeur om nieuwe motorvoertuigen passief of, indien toepasselijk, actief te verkopen aan eindgebruikers, dient ook het recht te omvatten deze voertuigen te verkopen aan eindgebruikers die een tussenpersoon of een agent met aankoopbevoegdheid toestemming hebben verleend een nieuw motorvoertuig in hun naam te kopen, in ontvangst te nemen, te vervoeren of in bewaring te houden.
- (15)
Het recht van een distributeur om nieuwe motorvoertuigen of reserveonderdelen te verkopen aan, of van een erkende hersteller om herstellings- en onderhoudsdiensten te verrichten voor een eindgebruiker, zowel passief als, indien toepasselijk, actief, dient ook het recht te omvatten om gebruik te maken van het internet of verwijzingssites op het internet.
- (16)
Door leveranciers opgelegde beperkingen aan de verkoop van hun distributeurs aan eindgebruikers in andere lidstaten door bijvoorbeeld de vergoeding van de distributeur of de aankoopprijs van de bestemming van de voertuigen of de verblijfplaats van de eindgebruikers afhankelijk te stellen, komen eveneens neer op een indirecte verkoopbeperking. Andere voorbeelden van indirecte verkoopbeperkingen zijn leveringsquota die op een ander verkoopgebied dan de gemeenschappelijke markt zijn gebaseerd, ongeacht of die quota met verkoopdoelstellingen worden gecombineerd. Ook bonusstelsels op basis van de bestemming van de voertuigen of elke andere vorm van discriminerende levering van producten aan distributeurs, zowel bij producttekorten als in andere gevallen, komen neer op een indirecte verkoopbeperking.
- (17)
Verticale overeenkomsten die erkende herstellers die deel uitmaken van het distributiestelsel van een leverancier, niet verplichten aan garanties te voldoen en kosteloze onderhoudsbeurten en werkzaamheden in het kader van terugroepacties te verrichten met betrekking tot alle motorvoertuigen van het betrokken model die op de gemeenschappelijke markt worden verkocht, komen neer op een indirecte verkoopbeperking en dienen niet voor vrijstelling in aanmerking te komen. Deze verplichting laat het recht van een leverancier van motorvoertuigen onverlet een distributeur te verplichten met betrekking tot de door hem verkochte nieuwe motorvoertuigen ervoor te zorgen dat aan garanties wordt voldaan en dat kosteloze onderhoudsbeurten en werkzaamheden in het kader van terugroepacties worden verricht, hetzij door de distributeur zelf, hetzij, in het geval van uitbesteding, door de erkende hersteller of herstellers aan wie deze diensten zijn uitbesteed. In deze gevallen dienen de consumenten bijgevolg de mogelijkheid te hebben zich tot de distributeur te wenden indien bovenstaande verplichtingen niet naar behoren werden nagekomen door de erkende hersteller aan wie de distributeur deze diensten heeft uitbesteed. Om verkopen door motorvoertuigendistributeurs aan eindgebruikers waar ook in de gemeenschappelijke markt mogelijk te maken, dient de vrijstelling voorts alleen te gelden voor distributieovereenkomsten waarin van de tot het netwerk van de leverancier behorende herstellers wordt geëist dat zij herstellings- en onderhoudsdiensten verrichten voor de contractgoederen en daarmee overeenstemmende goederen, ongeacht waar die goederen op de gemeenschappelijke markt zijn verkocht.
- (18)
Op markten waarop selectieve distributie wordt toegepast, dient de vrijstelling te gelden voor een verbod dat aan een distributeur wordt opgelegd om zijn activiteit te ontplooien vanuit een bijkomende vestigingsplaats waar hij een distributeur is van voertuigen die geen personenauto's of lichte bedrijfsvoertuigen zijn. Dit verbod dient echter niet te worden vrijgesteld wanneer het de bedrijfsexpansie van de distributeur in de erkende vestigingsplaats beperkt, door bijvoorbeeld de uitbreiding of verwerving van de infrastructuur te beperken die noodzakelijk is om de verhoging van het verkoopvolume mogelijk te maken, met inbegrip van verhogingen die door internetverkopen tot stand worden gebracht
- (19)
Het zou ongepast zijn vrijstelling te verlenen voor verticale overeenkomsten die de verkoop beperken van originele reserveonderdelen en reserveonderdelen van gelijke kwaliteit door leden van het distributiestelsel aan onafhankelijke herstellers die deze gebruiken voor het verrichten van herstellings- of onderhoudsdiensten. Zonder toegang tot dergelijke reserveonderdelen zouden deze onafhankelijke herstellers niet daadwerkelijk met erkende herstellers kunnen concurreren, omdat zij voor de consumenten geen diensten van goede kwaliteit zouden kunnen verrichten welke bijdragen tot de veilige en betrouwbare werking van motorvoertuigen.
- (20)
Teneinde eindgebruikers het recht te geven nieuwe motorvoertuigen met identieke specificaties als die welke in een andere lidstaat worden verkocht, te kopen bij een distributeur die daarmee overeenstemmende modellen verkoopt en binnen de gemeenschappelijke markt gevestigd is, dient de vrijstelling enkel te gelden voor verticale overeenkomsten die een distributeur de mogelijkheid bieden een dergelijk voertuig dat overeenkomt met een model uit het door zijn overeenkomst bestreken assortiment, te bestellen, in voorraad te hebben en te verkopen. Discriminerende of objectief ongerechtvaardigde leveringsvoorwaarden, met name die welke betrekking hebben op leveringstermijnen of prijzen en door de leverancier worden toegepast op dergelijke voertuigen, moeten worden beschouwd als een beperking van de mogelijkheid van de distributeur om dergelijke voertuigen te verkopen.
- (21)
Motorvoertuigen zijn dure en technisch ingewikkelde mobiele producten die op geregelde en ongeregelde tijdstippen herstelling en onderhoud vergen. Het is echter niet noodzakelijk dat distributeurs van nieuwe motorvoertuigen ook herstellingen en onderhoud verrichten. Het rechtmatige belang van leveranciers en eindgebruikers kan volledig in acht genomen worden wanneer de distributeur deze diensten, waaronder het voldoen aan garanties, kosteloze onderhoudsbeurten en werkzaamheden in het kader van terugroepacties, uitbesteedt aan een hersteller of aan een aantal herstellers van het distributiestelsel van de leverancier. Toch is het wenselijk de vlotte toegankelijkheid van herstellings- en onderhoudsdiensten te garanderen. Daarom mag een leverancier van distributeurs die herstellings- en onderhoudsdiensten aan één of meer erkende herstellers uitbesteden, verlangen dat dezen aan de eindgebruikers de naam en het adres van de betrokken reparatiewerkplaats of -werkplaatsen geven. Indien een van deze erkende herstellers niet in de buurt van het verkooppunt is gevestigd, kan de leverancier van de distributeur eveneens verlangen dat hij de eindgebruikers de afstand van de betrokken reparatiewerkplaats of -werkplaatsen tot het verkooppunt meedeelt. Een leverancier kan een dergelijke verplichting echter slechts opleggen indien hij dezelfde verplichting oplegt aan distributeurs wier eigen reparatiewerkplaats zich niet in hetzelfde pand als het verkooppunt bevindt.
- (22)
Voorts is het niet noodzakelijk dat erkende herstellers nieuwe motorvoertuigen verkopen om op passende wijze herstellings- en onderhoudsdiensten te verrichten. De vrijstelling dient derhalve niet te gelden voor verticale overeenkomsten die een directe of indirecte verplichting of prikkel bevatten om verkoop- en serviceactiviteiten met elkaar te verbinden of die het verrichten van een van die activiteiten afhankelijk stelt van het verrichten van de andere; dit is met name het geval wanneer de vergoeding van distributeurs of erkende herstellers met betrekking tot de aankoop of verkoop van goederen of diensten die noodzakelijk zijn voor één activiteit, afhankelijk wordt gesteld van de aankoop of verkoop van goederen of diensten die verband houden met de andere activiteit of wanneer alle dergelijke goederen of diensten zonder onderscheid in één enkel vergoedings- of kortingsstelsel worden samengebracht.
- (23)
Teneinde daadwerkelijke mededinging op de herstellings- en onderhoudsmarkten te garanderen en herstellers de mogelijkheid te bieden concurrerende reserveonderdelen, zoals originele reserveonderdelen en reserveonderdelen van gelijke kwaliteit, aan de eindgebruikers aan te bieden, dient de vrijstelling niet te gelden voor verticale overeenkomsten die voor erkende herstellers die van het distributiestelsel van een voertuigfabrikant deel uitmaken, onafhankelijke distributeurs van reserveonderdelen, onafhankelijke herstellers of eindgebruikers de mogelijkheid beperken, reserveonderdelen te betrekken bij de fabrikant van dergelijke reserveonderdelen of bij een andere derde van hun keuze. Dit laat de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de fabrikanten van reserveonderdelen onverlet.
- (24)
Teneinde erkende en onafhankelijke herstellers en eindgebruikers de mogelijkheid te bieden de fabrikant van componenten van motorvoertuigen of van reserveonderdelen te identificeren en tussen concurrerende reserveonderdelen te kiezen, dient de vrijstelling niet te gelden voor overeenkomsten waarbij een fabrikant van motorvoertuigen de mogelijkheid van een fabrikant van componenten of originele reserveonderdelen beperkt om zijn merk of logo daadwerkelijk en zichtbaar op deze onderdelen aan te brengen. Ter bevordering van deze keuze en van de verkoop van volgens de door de fabrikant voor de productie van onderdelen of reserveonderdelen verstrekte kwaliteitsnormen geproduceerde reserveonderdelen, wordt ervan uitgegaan dat reserveonderdelen originele reserveonderdelen zijn, wanneer de fabrikant van de reserveonderdelen een certificaat afgeeft dat de onderdelen van gelijke kwaliteit zijn als de onderdelen die voor de montage van een motorvoertuig worden gebruikt en volgens deze specificaties en normen zijn geproduceerd. Andere reserveonderdelen waarvoor de fabrikant van de reserveonderdelen te allen tijde een certificaat kan afgeven dat deze van gelijke kwaliteit zijn als de onderdelen die voor de montage van een bepaald motorvoertuig zijn gebruikt, kunnen als reserveonderdelen van gelijke kwaliteit worden verkocht.
- (25)
De vrijstelling dient niet te gelden voor verticale overeenkomsten die erkende herstellers beperken in het gebruik van onderdelen van gelijke kwaliteit voor de herstelling of het onderhoud van een motorvoertuig. Gezien de directe contractuele betrokkenheid van de voertuigfabrikanten bij herstellingen onder garantie, kosteloze onderhoudsbeurten en terugroepacties, dient de vrijstelling echter wel te gelden voor overeenkomsten die aan erkende herstellers verplichtingen opleggen om voor dat soort herstellingen originele reserveonderdelen te gebruiken die door de voertuigfabrikant worden geleverd.
- (26)
Teneinde daadwerkelijke mededinging op de markt voor herstellings- en onderhoudsdiensten te garanderen en de uitsluiting van onafhankelijke herstellers te voorkomen, moeten fabrikanten van motorvoertuigen alle belangstellende onafhankelijke marktdeelnemers volledige toegang verschaffen tot alle technische informatie, diagnose- en andere apparatuur, gereedschap, waaronder alle relevante software, en opleiding die voor de herstelling en het onderhoud van motorvoertuigen noodzakelijk zijn. De onafhankelijke marktdeelnemers aan wie een dergelijke toegang moet worden gegeven, zijn met name onafhankelijke herstellers, fabrikanten van herstellingsapparatuur of -gereedschap, uitgevers van technische informatie, automobielclubs, wegenwachtdiensten en bedrijven die keurings- en controlediensten aanbieden alsook bedrijven die opleidingen voor herstellers aanbieden. In het bijzonder mogen de toegangsvoorwaarden in geen geval tussen erkende en onafhankelijke marktdeelnemers discrimineren, moet op verzoek onverwijld toegang worden gegeven en mag de prijs van de informatie de toegang ertoe niet ontmoedigen, doordat geen rekening wordt gehouden met de mate waarin de onafhankelijke marktdeelnemer de informatie gebruikt. Een leverancier van motorvoertuigen dient verplicht te worden technische informatie over nieuwe motorvoertuigen ter beschikking te stellen van onafhankelijke marktdeelnemers op hetzelfde tijdstip waarop die informatie beschikbaar wordt gesteld voor zijn erkende herstellers en mag onafhankelijke marktdeelnemers in geen geval verplichten meer informatie af te nemen dan nodig is voor de uitvoering van de werkzaamheden in kwestie. Leveranciers dienen verplicht te worden toegang te verlenen tot de technische informatie die vereist is voor het herprogrammeren van elektronische apparatuur in een motorvoertuig. Zij mogen evenwel toegang weigeren tot technische informatie die een derde in staat zou kunnen stellen in het voertuig gemonteerde anti-diefstalapparatuur te omzeilen of buiten werking te stellen, elektronische apparatuur te herijken of te knoeien met apparatuur die bijvoorbeeld de snelheid van motorvoertuigen begrenst, tenzij bescherming tegen diefstal, herijken of knoeien met minder beperkende maatregelen kan worden bewerkstelligd. De intellectuele-eigendomsrechten en rechten inzake knowhow, met inbegrip van die welke op de bovengenoemde apparatuur betrekking hebben, moeten evenwel op een dusdanige wijze worden uitgeoefend dat elk misbruik wordt vermeden.
- (27)
Teneinde toegang tot de relevante markten te garanderen, collusie op die markten te vermijden en de distributeurs de kans te geven voertuigen van merken van twee of meer fabrikanten die geen verbonden ondernemingen zijn, te verkopen, zijn aan de vrijstelling bepaalde specifieke voorwaarden verbonden. Zo dient de vrijstelling niet te worden verleend voor niet-concurrentiebedingen. Onverminderd de mogelijkheid van de leverancier om van de distributeur te eisen dat hij de voertuigen in merkspecifieke ruimten van de toonzaal tentoonstelt teneinde verwarring tussen merken te vermijden, dient met name geen vrijstelling te worden verleend voor een verbod om concurrerende modellen te verkopen. Hetzelfde geldt voor de verplichting om het volledige assortiment motorvoertuigen tentoon te stellen indien deze verplichting om de verkoop of de tentoonstelling van voertuigen die vervaardigd worden door niet-verbonden ondernemingen, onmogelijk maakt of op onredelijk wijze[lees: onredelijke wijze] bemoeilijkt. Voorts wordt een verplichting om merkspecifiek verkooppersoneel in dienst te hebben, als een indirect niet-concurrentiebeding beschouwd, waarvoor bijgevolg de vrijstelling niet dient te gelden, tenzij de distributeur besluit merkspecifiek verkooppersoneel in dienst te hebben en de leverancier alle hieraan verbonden bijkomende kosten betaalt.
- (28)
Teneinde te garanderen dat herstellers aan alle motorvoertuigen herstellings- of onderhoudswerkzaamheden kunnen verrichten, dient de vrijstelling niet te gelden voor verplichtingen die de mogelijkheid van herstellers van voertuigen beperken om herstellings- of onderhoudsdiensten te verrichten voor merken van concurrerende leveranciers.
- (29)
Bovendien zijn specifieke voorwaarden noodzakelijk om bepaalde beperkingen, die soms in het kader van een selectief distributiestelsel worden opgelegd, van de werkingssfeer van de vrijstelling uit te sluiten. Dit geldt in het bijzonder voor verplichtingen die tot gevolg hebben dat de leden van een selectief distributiestelsel worden verhinderd de merken van bepaalde concurrerende leveranciers te verkopen, hetgeen gemakkelijk zou kunnen leiden tot uitsluiting van bepaalde merken. Aanvullende voorwaarden zijn noodzakelijk om intramerk-concurrentie en marktintegratie in de gemeenschappelijke markt te bevorderen, om mogelijkheden te scheppen voor distributeurs en erkende herstellers die zakelijke kansen buiten hun vestigingsplaats wensen te benutten en om de voorwaarden te scheppen die de ontwikkeling van distributeurs van meer merken mogelijk maakt. In het bijzonder dient een beperking van de mogelijkheid om werkzaam te zijn buiten een toegestane vestigingsplaats voor de distributie van personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen of voor het verrichten van herstellings- en onderhoudsdiensten, niet te worden vrijgesteld. De leverancier mag bijkomende verkoop- of leveringspunten voor personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen of reparatiewerkplaatsen eisen teneinde te voldoen aan de relevante kwaliteitscriteria die gelden voor gelijksoortige vestigingen in hetzelfde geografische gebied.
- (30)
De vrijstelling dient niet te gelden voor beperkingen van de mogelijkheid van een distributeur om leasingdiensten voor motorvoertuigen te verkopen.
- (31)
De marktaandeeldrempels, de uitsluiting van bepaalde verticale overeenkomsten en de in deze verordening vastgestelde voorwaarden dienen normaal te waarborgen, dat de overeenkomsten waarvoor de vrijstelling geldt, de deelnemende ondernemingen niet de mogelijkheid geven voor een wezenlijk deel van de betrokken goederen of diensten de mededinging uit te schakelen.
- (32)
Wanneer in individuele gevallen overeenkomsten die overigens voor de vrijstelling in aanmerking zouden komen, desondanks met artikel 81, lid 3, onverenigbare gevolgen hebben, heeft de Commissie de bevoegdheid het voordeel van de vrijstelling in te trekken; dit kan in het bijzonder geschieden wanneer de afnemer op de relevante markt waar hij goederen wederverkoopt of diensten aanbiedt, belangrijke marktmacht bezit of wanneer parallelle netwerken van verticale overeenkomsten gelijksoortige gevolgen hebben welke de toetreding tot of de mededinging op een relevante markt aanmerkelijk beperken. Dergelijke cumulatieve gevolgen kunnen zich bijvoorbeeld voordoen bij selectieve distributie. De Commissie kan het voordeel van de vrijstelling ook intrekken wanneer de mededinging op een markt aanmerkelijk wordt beperkt wegens de aanwezigheid van een leverancier met marktmacht of wanneer de leveringsprijzen en -voorwaarden voor distributeurs van motorvoertuigen wezenlijk verschillen tussen geografische markten. Zij kan het voordeel van de vrijstelling eveneens intrekken wanneer voor de levering van met de contractgoederen overeenstemmende goederen discriminerende prijzen, verkoopvoorwaarden of ongerechtvaardigd hoge toeslagen, zoals toeslagen voor voertuigen met rechtse besturing, worden toegepast.
- (33)
Verordening nr. 19/65/EEG machtigt de nationale autoriteiten van de lidstaten om het voordeel van de vrijstelling in te trekken voor verticale overeenkomsten die met de voorwaarden van artikel 81, lid 3, onverenigbare gevolgen hebben, wanneer deze gevolgen zich op hun grondgebied of op een deel daarvan voordoen en wanneer dit grondgebied de kenmerken van een afzonderlijke geografische markt vertoont. De uitoefening van deze nationale bevoegdheid tot intrekking dient geen afbreuk te doen aan de eenvormige toepassing van de communautaire mededingingsregels in de gehele gemeenschappelijke markt, noch aan de volle werking van de ter uitvoering van deze regels genomen maatregelen.
- (34)
Ter verbetering van het toezicht op parallelle netwerken van verticale overeenkomsten die een soortgelijke mededingingbeperkende werking hebben en meer dan 50 % van een bepaalde markt bestrijken, moet de Commissie de bevoegdheid hebben deze verordening voor verticale overeenkomsten, welke bepaalde met de betrokken markt verband houdende beperkingen bevatten, buiten toepassing te verklaren, daardoor de volledige toepassing van artikel 81, lid 1, op deze overeenkomsten herstellend.
- (35)
De vrijstelling dient te worden verleend zonder afbreuk te doen aan de toepassing van artikel 82 van het Verdrag inzake misbruik van een machtspositie door een onderneming.
- (36)
Verordening (EG) nr. 1475/95 van de Commissie van 28 juni 1995 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op groepen afzet- en klantenserviceovereenkomsten inzake motorvoertuigen (5) is van kracht tot 30 september 2002. Om alle marktdeelnemers de tijd te gunnen verticale overeenkomsten die met die verordening verenigbaar zijn en die nog van kracht zijn op het ogenblik waarop de daarin gegeven vrijstelling verstrijkt, aan te passen, is het wenselijk dat voor dergelijke overeenkomsten wordt voorzien in een overgangsperiode tot 1 oktober 2003, gedurende welke zij krachtens de onderhavige verordening vrijgesteld dienen te zijn van het verbod van artikel 81, lid 1.
- (37)
Om alle marktdeelnemers met een kwantitatief selectief distributiestelsel voor nieuwe personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen in staat te stellen hun bedrijfsstrategie aan te passen aan het feit dat de vrijstelling niet geldt voor bepalingen inzake vestigingsplaatsen, is het wenselijk te bepalen dat de in artikel 5, lid 2, onder b), neergelegde voorwaarde van toepassing wordt op 1 oktober 2005.
- (38)
De Commissie dient regelmatig toezicht te houden op de werking van deze verordening, met bijzondere aandacht voor de gevolgen ervan voor de mededinging op het gebied van de kleinhandel in motorvoertuigen en dat van de service na verkoop binnen de gemeenschappelijke markt of relevante gedeelten daarvan. Dit dient het toezicht te omvatten op de gevolgen van deze verordening voor de structuur en graad van concentratie van de distributie van motorvoertuigen en mogelijke daaruit voortvloeiende gevolgen voor de mededinging. De Commissie dient ook een beoordeling uit te voeren van de werking van deze verordening en hierover uiterlijk op 31 mei 2008 verslag uit te brengen,
Heeft de volgende verordening vastgesteld: