Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1400/2002 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de motorvoertuigensector
Artikel 6 Intrekking van het voordeel van de verordening
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2002
- Bronpublicatie:
31-07-2002, PbEG 2002, L 203 (uitgifte: 01-08-2002, regelingnummer: 1400/2002)
- Inwerkingtreding
01-10-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-07-2002, PbEG 2002, L 203 (uitgifte: 01-08-2002, regelingnummer: 1400/2002)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Commissie kan overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening nr. 19/65/EEG het voordeel van de onderhavige verordening intrekken, wanneer zij in een bepaald geval vaststelt dat verticale overeenkomsten waarop deze verordening van toepassing is, desondanks gevolgen hebben die met de voorwaarden van artikel 81, lid 3, van het Verdrag onverenigbaar zijn, en met name wanneer:
- a)
de toegang tot de relevante markt of de mededinging op die markt aanmerkelijk wordt beperkt door het cumulatieve effect van parallelle netwerken van gelijksoortige verticale beperkingen die door concurrerende leveranciers of afnemers tot uitvoering worden gebracht, of
- b)
de mededinging wordt beperkt op een markt waarop één leverancier niet wordt blootgesteld aan daadwerkelijke concurrentie van andere leveranciers, of
- c)
leveringsprijzen of -voorwaarden van contractgoederen of daarmee overeenstemmende goederen wezenlijk verschillen tussen geografische markten, of
- d)
discriminerende prijzen of verkoopvoorwaarden worden toegepast op een geografische markt.
2.
Wanneer in een individueel geval verticale overeenkomsten waarop de vrijstelling van toepassing is, op het grondgebied van een lidstaat, of op een deel daarvan, dat alle kenmerken van een afzonderlijke geografische markt vertoont, met de voorwaarden van artikel 81, lid 3, van het Verdrag onverenigbare gevolgen hebben, kan de bevoegde autoriteit van deze lidstaat het voordeel van de toepassing van deze verordening met betrekking tot dit gebied intrekken, onder dezelfde omstandigheden als vermeld in lid 1.