Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling accijns
Artikel 17 [Plaats waar geen accijnsgoederen worden vervaardigd: kwalificering als accijnsgoederenplaats]
Geldend
Geldend vanaf 17-02-2023. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 13-02-2023
- Bronpublicatie:
06-02-2023, Stcrt. 2023, 4714 (uitgifte: 16-02-2023, regelingnummer: 2023-0000023323)
- Inwerkingtreding
17-02-2023, terugwerkend tot: 13-02-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-02-2023, Stcrt. 2023, 4714 (uitgifte: 16-02-2023, regelingnummer: 2023-0000023323)
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
1.
Een plaats waar geen accijnsgoederen worden geproduceerd of verwerkt, kan uitsluitend als accijnsgoederenplaats voor de opslag van accijnsgoederen van een of meer soorten in aanmerking komen, indien de hoeveelheid die aldaar gemiddeld over een jaar van het desbetreffende soort accijnsgoed voorhanden of in opslag is, meer bedraagt dan:
- a.
bier 40.000 L;
- b.
wijn 10.000 L;
- c.
tussenproducten 7500 L;
- d.
overige alcoholhoudende producten 5000 L;
- e.
minerale oliën 10.000 hl, dan wel 50.000 kg onderscheidenlijk 1.000.000 kg indien het vloeibaar gemaakt petroleumgas onderscheidenlijk zware stookolie betreft.
2.
In afwijking van het eerste lid kan de inspecteur onder door hem te stellen voorwaarden een vergunning voor een accijnsgoederenplaats verlenen als de gemiddeld over een jaar voorhanden zijnde voorraad gelijk is aan of lager is dan de aldaar genoemde hoeveelheden, indien en voor zover de desbetreffende accijnsgoederen vanuit die plaats in belangrijke mate worden overgebracht naar een belastingentrepot, naar een in een andere lidstaat gevestigde geregistreerde geadresseerde of naar een plaats waar de accijnsgoederen het grondgebied van de Unie verlaten.
3.
In afwijking van het eerste lid kan de inspecteur onder door hem te stellen voorwaarden een vergunning voor een accijnsgoederenplaats verlenen indien de gemiddelde voorraad lager is dan de in dat onderdeel genoemde hoeveelheden mits:
- a.
die accijnsgoederenplaats uitsluitend wordt aangewezen voor minerale oliën voorzien van herkenningsmiddelen als bedoeld in artikel 13 die met vrijstelling van accijns worden afgeleverd om te worden gebruikt voor de aandrijving van schepen of als scheepsbehoeften aan boord van schepen, niet zijnde pleziervaartuigen;
- b.
die accijnsgoederenplaats uitsluitend wordt aangewezen voor het voorhanden hebben, ontvangen en verzenden van minerale oliën van de GN-codes 3811 11 10, 3811 11 90, 3811 19 00 en 3811 90 00; of
- c.
die accijnsgoederenplaats uitsluitend wordt aangewezen voor accijnsgoederen die met vrijstelling van accijns worden afgeleverd om te worden gebruikt aan boord van luchtvaartuigen in het verkeer van Nederland naar een andere lidstaat.