Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling accijns
Artikel 13 [Toegevoegde herkenningsmiddelen]
Geldend
Geldend vanaf 18-01-2024
- Bronpublicatie:
02-12-2022, Stcrt. 2022, 33377 (uitgifte: 27-12-2022, regelingnummer: 2022-0000289823)
- Inwerkingtreding
18-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2022, Stcrt. 2022, 33377 (uitgifte: 27-12-2022, regelingnummer: 2022-0000289823)
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
1.
Als herkenningsmiddel als bedoeld in artikel 1a, derde lid, van de wet wordt aan halfzware olie toegevoegd: per liter ten minste 12,5 mg en niet meer dan 18,75 mg ACCUTRACE™ PLUS. Het gehalte aan ACCUTRACE™ PLUS komt overeen met ten minste 9,5 mg en niet meer dan 14,25 mg butoxybenzeen per liter.
2.
Als herkenningsmiddel als bedoeld in artikel 1a, derde lid, van de wet wordt aan gasolie toegevoegd: per liter ten minste 12,5 mg en niet meer dan 18,75 mg ACCUTRACE™ PLUS’. Het gehalte aan ACCUTRACE™ PLUS komt overeen met ten minste 9,5 mg en niet meer dan 14,25 mg butoxybenzeen per liter.
3.
Onverminderd het bepaalde in het tweede lid wordt aan lichte gasolie een voldoende hoeveelheid kleursel toegevoegd om aan de gasolie een goed zichtbare en blijvende rode kleur te geven.