Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling accijns
Bijlage MO.1 Methode voor het bepalen van het loodgehalte in lichte olie, bedoeld in artikel 12
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Bronpublicatie:
23-12-2010, Stcrt. 2010, 21111 (uitgifte: 30-12-2010, regelingnummer: DB2010/281M)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2010, Stcrt. 2010, 21111 (uitgifte: 30-12-2010, regelingnummer: DB2010/281M)
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
- 1.
Voor de bemonstering van lichte olie wordt gebruik gemaakt van de methode van de American Society for Testing and Materials, ASTM D 4057.
- 2.
Indien het monster, dat is verkregen volgens de in het eerste lid bedoelde methode, gelode lichte olie betreft, wordt het loodgehalte van dat monster vastgesteld aan de hand van de ISO-norm 3830.
- 3.
Indien het monster dat is verkregen volgens de in het eerste lid bedoelde methode, ongelode lichte olie betreft, wordt het loodgehalte van dat monster vastgesteld aan de hand van de ASTM-norm D 3237 met gebruikmaking van atoomabsorbtie-spectrometrie.
- 4.
Interpretatie van de resultaten geschiedt aan de hand van ISO-norm 4259.