Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen
Einde inhoudsopgave
Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen (FM nr. 141) 2013/4.2.3.4.c:4.2.3.4.c Neutraliteit
Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen (FM nr. 141) 2013/4.2.3.4.c
4.2.3.4.c Neutraliteit
Documentgegevens:
Dr. Y.M Tigelaar-Klootwijk, datum 01-09-2013
- Datum
01-09-2013
- Auteur
Dr. Y.M Tigelaar-Klootwijk
- JCDI
JCDI:ADS346720:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Handelingen, Kamerstukken II 2000/01, 27 209, nr. 20, blz. 1558.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In paragraaf 4.2.2.3 is de toetsing aan neutraliteit in algemene zin aan de orde geweest. Daar is aandacht besteed aan het argument van de regering dat een doorschuiffaciliteit bij leven eraan bijdraagt dat kan worden overgedragen op een passender tijdstip dan bij overlijden. De conclusie was dat de huidige doorschuiffaciliteit bij leven hieraan voldoet. De mogelijke groep van opvolgers aan wie bij leven geruisloos kan worden doorgeschoven is groter dan de groep aan wie bij overlijden geruisloos kan worden doorgeschoven.
In paragraaf 4.2.3.3.c is aan de orde gekomen dat de in art. 3.63 Wet IB 2001 opgenomen voorwaarden belemmerend kunnen werken, hetgeen ertoe zou kunnen leiden dat pas bij overlijden wordt overgedragen. Ook kunnen belastingplichtigen hun gedrag aanpassen om toch al bij leven de faciliteit te kunnen benutten. Zo kan de voorwaarde dat een samenwerkingsverband moet worden aangegaan om te zijner tijd geruisloos door te kunnen schuiven, belemmerend werken indien partijen anders een dergelijk samenwerkingsverband niet zouden zijn aangegaan. Zowel voor het oprichten van het samenwerkingsverband als tijdens het bestaan van een samenwerkingsverband moeten kosten worden gemaakt, waarbij die middelen anders hadden kunnen worden besteed.
Met ingang van 1 januari 2002 kan onder voorwaarden ook worden doorgeschoven naar een werknemer. De verstoring als gevolg van het moeten aangaan van een samenwerkingsverband kan worden weggenomen indien de potentiële overnemer ook zonder de in art. 3.63, vijfde lid, Wet IB 2001 opgenomen voorwaarde al werknemer was of zou willen worden. Indien dit niet zo is, moet worden geconcludeerd dat de voorwaarden ten aanzien van de vraag aan wie geruisloos kan worden doorgeschoven verstorend werken.
Indien op ieder moment de belastingclaim zou kunnen worden doorgeschoven naar een ander subject, zou de verstoring minder groot zijn. Het gedrag van belastingplichtigen wordt dan niet beïnvloed door de in de faciliteiten opgenomen voorwaarden. De voorwaarden zijn uiteraard niet voor niets opgenomen. Terecht wees de staatssecretaris tijdens de parlementaire behandeling van de Wet ondernemerspakket 2001 op het feit dat zonder voorwaarden de verkoop van een onderneming zonder belastingheffing zou kunnen plaatsvinden. De hoofdregel is dat belasting verschuldigd is en dat vervolgens moet worden nagegaan welke uitzonderingen redelijk worden geacht.1 Bij de toetsing aan doeltreffendheid komen de voorwaarden uitgebreider aan de orde.