Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen
Einde inhoudsopgave
Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen (FM nr. 141) 2013/4.2.3.1:4.2.3.1 Inleiding
Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen (FM nr. 141) 2013/4.2.3.1
4.2.3.1 Inleiding
Documentgegevens:
Dr. Y.M Tigelaar-Klootwijk, datum 01-09-2013
- Datum
01-09-2013
- Auteur
Dr. Y.M Tigelaar-Klootwijk
- JCDI
JCDI:ADS345479:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Bij een staking door overlijden of door ontbinding van een huwelijksgemeenschap vindt geen desinvesteringsbijtelling plaats.
Zie hiervoor aant. 12 bij art. 3.8 Wet IB 2001 Vakstudie IB 2001.
Zie hiervoor Lubbers (2012), paragraaf 7.3.4.
MvT, Kamerstukken II 1957/58, 5380, nr. 3, blz. 38.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Bij een IB-ondernemer wordt bij een bedrijfsoverdracht de winst in de heffing betrokken die nog niet eerder belast is geweest (stakingswinst). De stakingswinst wordt onderscheiden in winst behaald met de staking en winst behaald bij de staking. Winst behaald met de staking betreft de winst die ontstaat door overdracht of liquidatie van de onderneming. De in de subjectieve onderneming aanwezige stille reserves en goodwill worden op die grond in de heffing betrokken. Winst behaald bij de staking betreft enerzijds de vrijval van de in art. 3.53 Wet IB 2001 opgenomen fiscale reserves en anderzijds de op grond van art. 3.47 Wet IB 2001 verschuldigde desinvesteringsbijtelling.1 Om de heffing over de stakingswinst te voorkomen zijn in de Wet IB 2001 de volgende doorschuiffaciliteiten opgenomen:
doorschuiving door ontbinding huwelijksgemeenschap, paragraaf 4.2.3.2 (art. 3.59, tweede en derde lid, Wet IB 2001);
doorschuiving bij staking door overlijden, paragraaf 4.2.3.3 (art. 3.62 Wet IB 2001);
doorschuiving naar medeondernemers of werknemers, paragraaf 4.2.3.4 (art. 3.63 Wet IB 2001).
Na doorschuiving treedt de overnemer voor zijn deel in de plaats van de overdrager. Dit betekent allereerst dat de overnemer verdergaat met de fiscale boekwaarden van de overdrager. Ook kan de overnemer niet zomaar de vermogensetikettering naar believen aanpassen. Dit kan alleen maar indien er, zoals dit ook buiten gevallen van overdracht geldt, bijzondere omstandigheden zijn die dit rechtvaardigen.2 De overnemer is gebonden aan de regels die art. 3.25 Wet IB 2001 geeft. Er moet een bestendige gedragslijnworden gevolgd die onafhankelijk is van de vermoedelijke uitkomst. De bestendige gedragslijn kan alleen worden gewijzigd indien goed koopmansgebruik dit rechtvaardigt.3 Ook de fiscale reserves kunnen worden doorgeschoven, met uitzondering van de oudedagsreserve. Deze laatste kan alleen, onder voorwaarden, worden doorgeschoven naar de partner (zie hiervoor paragraaf 4.2.2.4).
De overnemer kan niet willekeurig afschrijven op de overgenomen bedrijfsmiddelen. Dit kan alleen indien de overdrager de willekeurige afschrijving nog niet volledig heeft toegepast (HR 11 april 2001, nr. 36 381, BNB 2001/245). De overnemer kan ook geen investeringsaftrek toepassen op de overgenomen bedrijfsmiddelen. De verplichtingen inzake mogelijke desinvesteringsbijtellingen gaan over op de overnemer.4
De doorschuifbepalingen worden in de volgende paragrafen getoetst op elementen die specifiek voor die bepalingen van belang zijn.
In paragraaf 4.2.3.5 is een tussenconclusie opgenomenwaarin de bevindingen voor iedere afzonderlijke faciliteit per toetsingscriterium worden samengevat.