Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen
Einde inhoudsopgave
Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen (FM nr. 141) 2013/4.2.1:4.2.1 Inleiding
Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen (FM nr. 141) 2013/4.2.1
4.2.1 Inleiding
Documentgegevens:
Dr. Y.M Tigelaar-Klootwijk, datum 01-09-2013
- Datum
01-09-2013
- Auteur
Dr. Y.M Tigelaar-Klootwijk
- JCDI
JCDI:ADS345476:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In hoofdstuk 3 is geanalyseerd hoe de belastingclaim zich ontwikkelt vanaf de start van een onderneming tot de overdracht van een onderneming en welke factoren daarbij een rol spelen. Bij degene die een IB-onderneming drijft moet op het moment van staking de stakingswinst in de heffing worden betrokken. Voor de ab-houder betreft het de op de aandelen rustende belastingclaim, zijnde de heffing voortvloeiend uit het vervreemdingsvoordeel. De belastingheffing over de stakingswinst en het vervreemdingsvoordeel kan, onder voorwaarden, worden voorkomen door gebruik te maken van een doorschuiffaciliteit. Toepassing van een doorschuiffaciliteit heeft in grote lijnen tot gevolg dat de belastingheffing over de in de onderneming of de ab-aandelen besloten liggende meerwaarden wordt doorgeschoven van de overdrager naar de overnemer. In deze paragraaf worden de doorschuiffaciliteiten getoetst op basis van de voor dit onderzoek gekozen toetsingscriteria. In paragraaf 4.2.2 wordt de toetsing gedaan op een niveau geldend voor alle doorschuifbepalingen. In paragraaf 4.2.3 volgt de toetsing van de specifieke doorschuiffaciliteiten voor winstgenieters. Hetzelfde wordt gedaan in paragraaf 4.2.4 waar het betreft de doorschuiffaciliteiten voor ab-houders. Een uitzondering betreft de toetsing aan gelijkheid. Deze wordt gedaan op het niveau van alle bepalingen. Een toetsing op het niveau van specifieke doorschuiffaciliteiten biedt geen aanvullende inzichten. In dit kader zou alleen aan de orde kunnen komen of de verschillen tussen de doorschuiffaciliteiten voor ab-houders en winstgenieters de toetsing aan gelijkheid kunnen doorstaan. Dit aspect komt aan de orde in de volgende paragraaf waar de doorschuiffaciliteiten in algemene zin worden getoetst. De paragraaf wordt afgesloten met een tussenconclusie in de vorm van een schema. In het schema zijn per toetsingscriterium de bevindingen verwerkt.