Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen
Einde inhoudsopgave
Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen (FM nr. 141) 2013/4.2.3.5:4.2.3.5 Tussenconclusie
Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen (FM nr. 141) 2013/4.2.3.5
4.2.3.5 Tussenconclusie
Documentgegevens:
Dr. Y.M Tigelaar-Klootwijk, datum 01-09-2013
- Datum
01-09-2013
- Auteur
Dr. Y.M Tigelaar-Klootwijk
- JCDI
JCDI:ADS350327:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In deze tussenconclusie worden de bevindingen uit deze paragraaf in een schema samengevat. De bevindingen heb ik door middel van symbolen van een oordeel voorzien. In hoofdstuk 6 worden op basis hiervan aanbevelingen gedaan teneinde tot een verbetering van de toetsingsresultaten te komen. De symbolen hebben de volgende betekenis:
++
=
overtuigend positief
+
=
positief
+/-
=
neutraal
-
=
negatief
- -
=
overtuigend negatief
In het schema is de toetsing aan gelijkheid niet verwerkt. Conclusies aangaande gelijkheid zijn verwerkt in paragraaf 4.2.2.6 (tussenconclusie doorschuiffaciliteiten in algemene zin). Zie voor de argumentatie hiervoor paragraaf 4.2.1.
Art. 3.59 Wet IB 2001
Legitimiteit
Onderneming wordt fiscaalrechtelijk geheel voor rekening van winstgenieter gedreven. Nu afrekeningsbepaling in art. 3.59, eerste lid, Wet IB 2001 is opgenomen, mag een doorschuifbepaling niet ontbreken.
++
Doorschuifbepaling is niet legitiem als door overlijden niet-ondernemende echtgenoot diens civielrechtelijke aandeel overgaat op iemand anders dan de bestuursbevoegde winstgenieter. Dit is alleen anders indien de voortzetter een direct opeisbare schuld krijgt aan andere erfgenamen. Als gevolg van de toepassing van de doorschuiffaciliteit zal de overnameprijs voor de voortzetter normaliter lager worden.
-
Bij verdeling huwelijksgemeenschap bij leven is doorschuifbepaling van toepassing op aandeel niet-ondernemende echtgenoot (1/2 ondernemingsvermogen) indien dat aan deze echtgenoot wordt toegedeeld. Doorschuifbepaling zou niet van toepassing moeten zijn. De ondernemende echtgenoot zou over dit deel moeten afrekenen.
-
Neutraliteit
Het is niet waarschijnlijk dat belastingplichtigen tot ontbinding van de huwelijksgemeenschap overgaan als gevolg van deze doorschuifbepaling.
++
Doeltreffendheid
Afrekeningsbepaling is opgenomen om eventueel lek bij ontbinding huwelijksgemeenschap te dichten. Dit doel wordt bereikt met de faciliteit.
++
Doelmatigheid
Faciliteit is doelmatig indien onderneming na ontbinding huwelijksgemeenschap fiscaalrechtelijk nog steeds door de winstgenieter wordt gedreven. Overkill omdat faciliteit ook van toepassing is indien anderen dan de winstgenieter voortzetten.
+
Betreft automatische doorschuiffaciliteit. Op verzoek zou moeten kunnen worden afgerekend.
-
Art. 3.62 Wet IB 2001
Legitimiteit
Vanuit de erflater bezien is de faciliteit legitiem indien de middelen ter voldoening van de belastingclaim uit de onderneming moeten worden gehaald.
+
Vanuit de voortzetter bezien is de faciliteit alleen legitiem indien de verkrijging leidt tot een schuld aan de andere erfgenamen die direct opeisbaar is. Als gevolg van de toepassing van de doorschuiffaciliteit zal de overnameprijs voor de voortzetter normaliter lager worden.
-
Neutraliteit
Er geldt een ruime doorschuiffaciliteit bij leven (art. 3.63 Wet IB 2001). Indien de voorwaarden daarvoor beperkend werken, is er een mogelijkheid dat belastingplichtigen wachten met de overdracht tot overlijden.
+
Doeltreffendheid
De continuïteit van de onderneming is erbij gebaat als de middelen ter voldoening van de belastingclaim niet uit de onderneming hoeven te worden gehaald.
++
De eis dat rechtstreeks moet worden voortgezet is onduidelijk.
-
De eis dat alle voortzetters dezelfde keuze moeten maken tussen doorschuiven dan wel afrekenen lijkt nog steeds te gelden. Deze eis is niet doeltreffend.
-
Doelmatigheid
Er is geen toets of daadwerkelijk sprake is van liquiditeitsproblemen. Aldus kunnen belastingplichtigen gebruikmaken van de faciliteit terwijl ze deze niet nodig hebben. De overheid verdient de kosten wel terug als gevolg van lagere afschrijvingen bij de voortzetter.
-
Art. 3.63 Wet IB 2001
Legitimiteit
De overdrager kan met een gebrekkig werkende kapitaalmarkt te maken krijgen indien de onderneming tegen schuldigerkenning wordt verkocht en er geen liquide middelen beschikbaar zijn om de belasting te voldoen. De doorschuiffaciliteit is evenwel niet legitiem indien de overdrager de middelen ontvangt van de koper waaruit de belasting kan worden voldaan.
+/-
De doorschuiffaciliteit is niet legitiem bij schenking. Een schenking kan worden gepland. Dit betreft een bewuste keuze van de overdrager. Het is niet aan de overheid om in te grijpen.
- -
Als gevolg van de toepassing van de doorschuiffaciliteit zal de koopprijs voor de voortzetter normaliter lager worden. Er behoeft dan voor een lager bedrag een beroep te worden gedaan op de kapitaalmarkt. Dit is overigens niet aan de orde bij schenking.
+
Neutraliteit
Art. 3.63 Wet IB 2001 is een ruime faciliteit. Dit zorgt ervoor dat de kans afneemt dat belastingplichtigen wachten met de overdracht tot het moment van overlijden. Alleen de voorwaarden kunnen beperkend werken (zie doeltreffendheid).
++
De voorwaarde dat een samenwerkingsverband moet worden aangegaan om te zijner tijd geruisloos door te kunnen schuiven, werkt belemmerend indien partijen anders een dergelijk samenwerkingsverband niet zouden zijn aangegaan.
- -
Doeltreffendheid
De continuïteit van de onderneming komt niet in gevaar door de betaling van de belastingclaim. Dit is een privéschuld van de overdrager.
- -
De continuïteit van de onderneming kan wel in gevaar komen als de overdracht niet doorgaat als gevolg van de belastingclaim.
+
De voortzetter heeft baat bij een doorschuiffaciliteit. De koopprijs wordt normaliter lager. Dit is bij een schenking niet aan de orde. Het betreft evenwel een kortetermijneffect. In de toekomst moet meer belasting worden betaald als gevolg van lagere afschrijvingen.
+
De voorwaarde dat een samenwerkingsverband moet worden aangegaan alvorens geruisloos kan worden doorgeschoven, werkt beperkend. Er moet worden gezocht naar methoden om de belastingheffing op het moment van aangaan van het samenwerkingsverband te voorkomen zodat op termijn geruisloos kan worden doorgeschoven. Dit is tegenstrijdig.
Verder draagt naar mijn mening de eis dat eerst sprake moet zijn geweest van een samenwerkingsverband niet bij aan de doelstelling van de bepaling.
- -
Als gevolg van de mogelijkheid dat ook geruisloos kan worden doorgeschoven naar een persoon die 36 maanden werknemer is geweest, is de regeling doeltreffender geworden.
+
Het doel van de regeling is naar mijn mening met de werknemerseis niet gebaat. Dit komt ook omdat er geen kwalitatieve en kwantitatieve eisen worden gesteld aan het dienstverband. Ook wordt niet de eis gesteld dat de overnemende werknemer moet voortzetten.
-
Doelmatigheid
Er kan ook van de faciliteit gebruik worden gemaakt als de overdrager ter zake van de overdracht liquide middelen ontvangt. Er is sprake van een cadeaueffect. De overheid verdient evenwel de kosten terug als gevolg van lagere afschrijvingen bij de voortzetter.
-
Het aangaan en in stand houden van een samenwerkingsverband om op termijn de doorschuifmogelijkheid te benutten gaat gepaard met kosten voor de belastingplichtige.
- -