Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2024/1788 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markten voor hernieuwbaar gas, aardgas en waterstof, tot wijziging van Richtlijn (EU) 2023/1791 en tot intrekking van Richtlijn 2009/73/EG (herschikking)
Artikel 20 Recht op een slimme meter voor aardgas
Geldend
Geldend vanaf 04-08-2024
- Bronpublicatie:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1788 (uitgifte: 15-07-2024, regelingnummer: 2024/1788)
- Inwerkingtreding
04-08-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1788 (uitgifte: 15-07-2024, regelingnummer: 2024/1788)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Europees energierecht
Energierecht / Energieopwekking
1.
Indien de invoering van slimme-metersystemen negatief is beoordeeld als gevolg van de in artikel 17, lid 2, bedoelde kosten-batenanalyse, en indien slimme-metersystemen niet systematisch worden ingevoerd, zorgen de lidstaten ervoor dat afnemers op verzoek en onder eerlijke, redelijke en kostenefficiënte voorwaarden het recht hebben op de installatie, of, in voorkomend geval, de upgrade, van een slimme meter — waarvan de extra kosten voor zijn rekening komen — die:
- a)
indien technisch mogelijk, uitgerust is met functionaliteiten als bedoeld in artikel 19, of met een minimumreeks functionaliteiten die door de lidstaten op nationaal niveau en overeenkomstig bijlage II moet worden vastgesteld en gepubliceerd;
- b)
interoperabel is en in staat is de gewenste connectiviteit van de meterinfrastructuur met energiebeheersystemen voor afnemers te leveren.
2.
Indien een afnemer op grond van lid 1 om de installatie van een slimme meter verzoekt, zorgen de lidstaten, of, indien zo bepaald door de lidstaten, de aangewezen bevoegde instanties ervoor:
- a)
dat in het aanbod aan de afnemer die om installatie van een slimme meter vraagt, expliciet wordt vermeld:
- i)
welke functies en interoperabiliteit door de slimme meter kunnen worden ondersteund en welke diensten kunnen worden aangeboden, alsmede welke voordelen, realistisch beschouwd, kunnen worden bereikt door die slimme meter op dat moment te hebben;
- ii)
of de installatie gepaard gaat met door de afnemer te dragen kosten;
- b)
dat de slimme meter binnen een redelijke termijn en in ieder geval niet meer dan vier maanden na het verzoek van de afnemer wordt geïnstalleerd;
- c)
dat zij regelmatig, en in ieder geval elke twee jaar, de daarmee samenhangende kosten opnieuw bekijken en openbaar maken, en dat zij de ontwikkeling van die kosten als gevolg van technologische ontwikkelingen en mogelijke metersysteemupgrades volgen.