Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/103
‘Posbank-zaak’. Moord en brandstichting in 2003. ‘Mr. Big’-methode. Geen algemeen en eenduidig juridisch antwoord of ‘Mr. Big’-methode toelaatbaar is. 1. Vormt art. 126j Sv voldoende wettelijke grondslag voor toepassing ‘Mr. Big’-methode? 2. Ontoereikend gemotiveerd oordeel dat verdachte zijn verklaringen in vrijheid heeft afgelegd.
HR 17-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:1983
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 december 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers
- Zaaknummer
18/01298
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Voorfase
Politierecht / Bevoegdheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1983, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑12‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:648, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑01‑2019
- Wetingang
Essentie
‘Posbank-zaak’. Moord en brandstichting in 2003. ‘Mr. Big’-methode. Algemene beschouwingen Hoge Raad over undercover stelselmatig informatie inwinnen bij verdachte. Geen algemeen en eenduidig juridisch antwoord of ‘Mr. Big’-methode wel of niet toelaatbaar is. 1. Onjuiste opvatting dat art. 126j Sv zonder meer onvoldoende wettelijke grondslag biedt voor toepassing ‘Mr. Big’-methode. 2. Ontoereikend gemotiveerd oordeel dat verdachte zijn verklaringen in vrijheid heeft afgelegd, van ontoelaatbare druk of dwang geen sprake was en niet aannemelijk was dat verklaringsvrijheid van verdachte op andere wijze is beperkt.
Samenvatting
In casu hebben opsporingsambtenaren, zonder dat kenbaar was dat zij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.