Einde inhoudsopgave
Internationaal verdrag tot bescherming van kweekprodukten
Artikel 36
Geldend
Geldend vanaf 10-08-1968
- Bronpublicatie:
02-12-1961, Trb. 1962, 117 (uitgifte: 10-12-1962, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-08-1968
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-10-1968, Trb. 1968, 122 (uitgifte: 01-01-1968, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
(1)
Indien op het tijdstip waarop dit Verdrag ten aanzien van een Unie-Staat in werking treedt, de kweker van een in die Staat beschermd nieuw ras of zijn rechtverkrijgende voor de benaming van dat ras in die Staat de bescherming geniet bij wege van fabrieks- of handelsmerk voor gelijke of gelijksoortige waren in de zin van de wetgeving op de merken, heeft hij de keus om ofwel afstand te doen van de bescherming bij wege van fabrieks- of handelsmerk, ofwel een nieuwe benaming voor het ras in de plaats van de bestaande te deponeren. Indien binnen een termijn van zes maanden geen nieuwe benaming is gedeponeerd, kan de kweker of zijn rechtverkrijgende zich voor de hiervoor bedoelde waren niet langer op zijn recht op het fabrieks- of handelsmerk beroepen.
(2)
Indien een nieuwe benaming voor het ras is ingescheven kan de kweker of zijn rechtverkrijgende aan personen die voor het in werking treden van dit Verdrag gehouden waren de oude benaming te gebruiken, dit gebruik eerst verbieden na verloop van een termijn van één jaar te rekenen van de bekendmaking van de inschrijving van de nieuwe benaming af.