De goede procesorde (BPP nr. IV) 2006/5.4.1:5.4.1 Inleiding

De goede procesorde (BPP nr. IV) 2006/5.4.1

5.4.1 Inleiding

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.

330. Bij de herziening van het procesrecht in 2002 is in de wettelijke regeling van het procesrecht de mogelijkheid opgenomen tot verbetering van een rechterlijke uitspraak, anders dan door het instellen van hoger beroep, cassatie, verzet of herroeping. Vóór de herziening werd die mogelijkheid in de rechtspraak al, zo zal in het navolgende blijken, aanvaard op grond van de eisen van proceseconomie en een goede procesorde. Tevens behelsde en behelst de wettelijke regeling van het arbitraal vonnis in art. 1060 Rv een dergelijke rectificatiemogelijkheid.

Thans bepaalt art. 31 lid 1 Rv dat de rechter te allen tijde op verzoek van een partij of ambtshalve in zijn vonnis, arrest of beschikking een kennelijke rekenfout, schrijffout of andere kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent, verbetert. De rechter kan daartoe echter niet overgaan dan nadat hij partijen in de gelegenheid heeft gesteld zich over die verbetering uit te laten.

Blijkens de parlementaire geschiedenis van art. 31 Rv is het criterium ter bepaling of er sprake is van kennelijke fouten, of voor partijen en derden direct duidelijk is dat het betreffende onderdeel van de uitspraak een vergissing betreft.1 Veelal zal het dan om gevallen gaan waarin het gegeven dictum niet aansluit op de daaraan ten grondslag liggende overwegingen in de uitspraak.

Verbetering is niet mogelijk indien de vergissing berust op een materieel verkeerde beoordeling van een geschilpunt.2 In dergelijke gevallen blijft de partij die de uitspraak wenst te verbeteren derhalve aangewezen op de door de wet geboden, hiervoor genoemde rechtsmiddelen tot aantasting van de rechtskracht van de uitspraak.

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.