De goede procesorde
Einde inhoudsopgave
De goede procesorde (BPP nr. IV) 2006/5.1:5.1 Algemene inleiding
De goede procesorde (BPP nr. IV) 2006/5.1
5.1 Algemene inleiding
Documentgegevens:
Mr. V.C.A. Lindijer, datum 08-11-2006
- Datum
08-11-2006
- Auteur
Mr. V.C.A. Lindijer
- JCDI
JCDI:ADS373839:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
259. Komen partijen gedurende de procedure niet tot een minnelijke schikking van hun geschil en zet eiser of verzoeker de zaak door op de door de wet gevorderde wijze, dan zal de procedure in de betreffende instantie eindigen met een rechterlijke uitspraak. In een verzoekschriftprocedure bepaalt de rechter na afloop van de behandeling ter terechtzitting ambtshalve de dag waarop hij uitspraak zal doen. In de dagvaardingsprocedure stelt de rechter partijen, nadat de laatste conclusie is genomen, in de gelegenheid om kenbaar te maken of zij pleidooi wensen alvorens de rechter vonnis wijst. Het pleidooi geeft (de advocaten van) partijen de mogelijkheid om de zaak nog eens feitelijk of juridisch toe te lichten. De rechter kan op zijn beurt de pleitzitting aangrijpen om advocaten of partijen zelf vragen te stellen. Voor het aanvoeren van feiten of het inbrengen van nieuwe stukken bij pleidooi laten de eisen van een goede procesorde echter, zo bleek in het voorgaande hoofdstuk, slechts zeer beperkt ruimte.
Heeft de rechter uitspraak gedaan, dan zal de partij die daarbij haar vordering of verzoek ziet toegewezen, verlangen dat haar wederpartij aan de uitspraak gehoor geeft. Geschiedt dit niet vrijwillig, dan stelt de wet aan de winnende partij de nodige middelen ter beschikking om die nakoming af te dwingen, zo nodig met behulp van de 'sterke arm'.
In dit hoofdstuk wordt achtereenvolgens bezien welke betekenis in de rechtspraak van de Hoge Raad toekomt aan de eisen van een goede procesorde voor de mogelijkheid om pleidooi te houden, voor de beslissing en de verantwoording van die beslissing door de rechter en voor de mogelijkheid om deze uitspraak ten uitvoer te leggen. Omdat deze drie onderwerpen onderling sterk verschillen, zal anders dan in de voorgaande hoofdstukken, het verdragsrechtelijk en wettelijk kader voor ieder onderwerp afzonderlijk worden geschetst.