Renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting
Einde inhoudsopgave
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/7.5.3.1:7.5.3.1 Gemiddelden
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/7.5.3.1
7.5.3.1 Gemiddelden
Documentgegevens:
Dr. J. van Strien, datum 20-10-2006
- Datum
20-10-2006
- Auteur
Dr. J. van Strien
- JCDI
JCDI:ADS588682:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
NvW Tweede Kamer, vergaderjaar 2003-2004, 29 210, blz. 19.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Evenals voor de toepassing van de individuele toets wordt voor de toepassing van de groepstoets uitgegaan van het gemiddelde vreemd en eigen vermogen. Ingevolge art. 10d, lid 8 wordt het gemiddeld vreemd vermogen (alsmede het gemiddeld eigen vermogen) bepaald naar de stand bij het begin en het einde van het jaar. Voor de bepaling van het gemiddelde commerciële eigen en vreemd vermogen heeft als toetsingstijdvak te gelden het fiscale boekjaar.1 Wat dit betreft, lopen de individuele toets en de groepstoets dus synchroon. Dit geldt ook voor het feit dat het eigen vermogen op ten minste € 1 wordt gesteld.
Het feit dat van vaste peildata wordt uitgegaan, opent ook voor de groepstoets mogelijkheden om toepassing van art. 10d te voorkomen of te mitigeren. Vergelijk in dit verband paragraaf 7.4.2. Wel vervallen door consolidatie op holdingniveau interne vorderingen en schulden. Het manipuleren van de vermogenspositie op balansdatum leidt voorts tot kosten en geeft een onrustig beeld in de jaarrekening. Dit laatste geldt in het bijzonder voor kapitaalstortingen gevolgd door kapitaalterugbetalingen en kan commercieel ongewenst zijn.