Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/146
Geen aanzienlijke schending van een belangrijk strafvorderlijk voorschrift.
HR 12-11-2013, ECLI:NL:HR:2013:1153
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 november 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. Van Schendel, W.F. Groos, Y. Buruma
- Zaaknummer
11/03322
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Strafprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:1153, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑11‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:1155, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑08‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑07‑2012
- Wetingang
Essentie
Inbeslagneming in woning terwijl de desbetreffende verbalisant(en) niet in het bezit was/waren van de vereiste machtiging tot binnentreden. Nu de eerder aanwezige en zich rechtmatig in de woning van de – afwezige – verdachte bevindende verbalisanten op de voet van art. 9 Opiumwet bevoegd zouden zijn geweest tot onmiddellijke inbeslagneming van het daarvoor vatbare materiaal dat verband hield met de door hen aangetroffen hennepkwekerij, kan niet gezegd worden dat door het ontbreken van de machtiging tot binnentreden van de binnen niet al te lange tijd na het aantreffen op verzoek van de eerstbedoelde verbalisanten ter plaatse gekomen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.