Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake het Energiehandvest
Artikel 5 Met de handel verband houdende investeringsmaatregelen
Geldend
Geldend vanaf 21-01-2010
- Bronpublicatie:
24-04-1998, Trb. 2010, 149 (uitgifte: 06-05-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-01-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-1998, Trb. 2010, 149 (uitgifte: 06-05-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Straling
Milieurecht / Energie
Energierecht (V)
1.
Een Verdragsluitende Partij past geen met de handel verband houdende investeringsmaatregel toe die onverenigbaar is met het bepaalde in artikel III of artikel XI van de GATT 1994; deze bepaling laat de rechten en verplichtingen van de Verdragsluitende Partij krachtens WTO-Overeenkomst en krachtens artikel 29 onverlet.
2.
Dergelijke maatregelen omvatten investeringsmaatregelen die verplicht of afdwingbaar zijn krachtens de nationale wetgeving of een bestuursrechtelijke beslissing, dan wel waarvan de naleving voorwaarde is voor het verkrijgen van een voordeel, en die voorschrijven dat:
- a.
een bedrijf produkten van binnenlandse oorsprong of herkomst moet kopen of gebruiken, ongeacht of dit voorschrift geldt voor specifieke produkten, een bepaalde hoeveelheid van of een bepaalde waarde aan produkten, dan wel voor een bepaald deel van de omvang of waarde van zijn lokale produktie; of
- b.
de aankoop of het gebruik van geïmporteerde produkten door een bedrijf moet worden beperkt tot een hoeveelheid die in een bepaalde verhouding staat tot de hoeveelheid of de waarde van de lokale produkten die het bedrijf uitvoert;
of die een beperking oplegt aan:
- c.
de invoer door een bedrijf van produkten die gebruikt worden bij of verband houden met de lokale produktie van dat bedrijf, in het algemeen, dan wel voor een hoeveelheid die in een bepaalde verhouding staat tot de omvang of de waarde van de lokale produktie die het bedrijf uitvoert;
- d.
de invoer door een bedrijf van produkten die gebruikt worden bij of verband houden met de lokale produktie van dat bedrijf, welke beperking erin bestaat dat het bedrijf slechts toegang krijgt tot een bedrag aan deviezen dat in verhouding staat tot de aan het bedrijf toe te schrijven inbreng van deviezen; of
- c.
de uitvoer of verkoop voor uitvoer van produkten door een bedrijf, ongeacht of deze beperking geldt voor specifieke produkten, voor een bepaalde hoeveelheid van of waarde aan produkten, dan wel voor een bepaald deel van de omvang of de waarde van zijn lokale produktie.
3.
Geen enkele bepaling van het eerste lid mag worden uitgelegd als een beletsel voor een Verdragsluitende Partij om de in het tweede lid, letters a) en c), bedoelde met de handel verband houdende investeringsmaatregelen toe te passen als voorwaarde om in aanmerking te komen voor exportbevordering, buitenlandse hulp, overheidsopdrachten of programma's die voorzien in preferentiële tarieven of quota.
4.
Ongeacht het eerste lid kan een Verdragsluitende Partij tijdelijk met de handel verband houdende investeringsmaatregelen handhaven die bij de ondertekening van dit Verdrag door die Partij reeds meer dan 180 dagen van toepassing waren, zulks onder voorbehoud van de bepalingen inzake kennisgeving en uitfasering die zijn opgenomen in bijlage TRM.