Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 13-07-2005
- Bronpublicatie:
15-06-2005, Stb. 2005, 349 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
13-07-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-06-2005, Stb. 2005, 349 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Belastingen van lagere overheden (V)
Besluit van 22 november 1990, houdende nadere regels ter uitvoering van de artikelen 283a en 283b van de gemeentewet
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, van 12 juli 1990, directoraat-generaal Openbaar Bestuur, nr. IBI 88/33/U55;
Overwegende, dat het gewenst is nadere regels te stellen omtrent de naheffingsaanslag, het aanbrengen en verwijderen van de wielklem alsmede omtrent het wegslepen en in bewaring stellen van een voertuig met betrekking tot de gemeentelijke parkeerbelastingen;
Gelet op de artikelen 283a, zevende lid, en 283b, dertiende en vijftiende lid, van de gemeentewet;
Gezien het advies van de Raad voor de gemeentefinanciën (advies van 27 april 1990, nr. 63948 RGF 1/187);
De Raad van State gehoord (advies van 6 november 1990, nr. W04.90.0361);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van 14 november 1990, directoraat-generaal Openbaar Bestuur, nr. IBI 88/33/U 61;
Hebben goedgevonden en verstaan: