Einde inhoudsopgave
RvdW 2010/805
Enquêterecht. Cassatie; ontvankelijkheid; misbruik van vertegenwoordigingsbevoegdheid bij instellen cassatieberoep?; toepasselijk recht. Voorziening ex art. 2:356 sub e BW; (internationale) bevoegdheid; strekking. Werkzaamheden onderzoeker; art. 6 EVRM toepasselijk?
HR 25-06-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM0710
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 juni 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
08/05064
- Conclusie
A-G Vlas
- LJN
BM0710
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM0710, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑06‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM0710, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑04‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑12‑2008
- Wetingang
Wet conflictenrecht corporaties art. 3; EVRM art. 6; BW art. 2: 345 en 2:356
Essentie
Enquêterecht. Cassatie; ontvankelijkheid; misbruik van vertegenwoordigingsbevoegdheid bij instellen cassatieberoep?; toepasselijk recht. Voorziening ex art. 2:356 sub e BW; (internationale) bevoegdheid; strekking. Werkzaamheden onderzoeker; art. 6 EVRM toepasselijk?
Ingevolge art. 3 sub c Wet conflictenrecht corporaties dient de vraag of verzoekster tot cassatie sub 2, een commanditaire vennootschap op aandelen naar Luxemburgs recht, in deze zaak rechtsgeldig door verzoeker tot cassatie sub 1 is vertegenwoordigd bij het geven van de opdracht tot het instellen van cassatieberoep, beantwoord te worden naar Luxemburgs recht. Dit geldt ook voor de vraag of verzoeker sub 1 bij het geven ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.