BR 2018/29
Bij de beoordeling of een omwonende als appellant belanghebbende is bij een verleende ontheffing, is bepalend of de handeling waarvoor de ontheffing is verleend ruimtelijke uitstraling heeft op de woon- en leefomgeving van appellant in plaats van de ruimtelijke uitstraling van het project waarvoor de ontheffing is verleend.
ABRvS 24-01-2018, ECLI:NL:RVS:2018:168, m.nt. E.M.N. Noordover & C.M. Walgemoed onder ABRvS 24 januari 2018 (hierna gepubliceerd onder 2018/30)
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
24 januari 2018
- Magistraten
Mrs. C.J. Borman, J.E.M. Polak en E.A. Minderhoud
- Zaaknummer
201707490/1/A3
- Noot
E.M.N. Noordover & C.M. Walgemoed onder ABRvS 24 januari 2018 (hierna gepubliceerd onder BR 2018/30)
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS928551:1
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Milieurecht / Inrichtingen en activiteiten - vergunningen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2018:168, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 24‑01‑2018
- Wetingang
Essentie
Bij de beoordeling of een omwonende als appellant belanghebbende is bij een verleende ontheffing, is bepalend of de handeling waarvoor de ontheffing is verleend ruimtelijke uitstraling heeft op de woon- en leefomgeving van appellant in plaats van de ruimtelijke uitstraling van het project waarvoor de ontheffing is verleend.
Samenvatting
Anders dan in haar uitspraak van 19 juni 2013, ECLI:NL:RVS:2013:CA3666, ten aanzien van de daar aan de orde zijnde ontheffing op grond van de Ffw maar in overeenstemming met haar uitspraak van onder meer 12 november 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4024, is de Afdeling van oordeel dat bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.