RvdW 2019/710
Wet Bopz. Elektronische handtekening. Machtiging voortgezet verblijf; ondertekening geneeskundige verklaring door geneesheer-directeur; strekking. Gekwalificeerde, geavanceerde en andere elektronische handtekening; rechtsgevolg; overeenkomstige toepassing art. 3:15a BW buiten vermogensrecht. Taak rechter; geen ambtshalve onderzoek handtekening door rechter. Zelfde regels bij voorlopige machtiging.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 juni 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
19/00843
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS59127:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:957, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:362, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑03‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑02‑2019
- Wetingang
Essentie
Wet Bopz. Elektronische handtekening. Machtiging voortgezet verblijf; ondertekening geneeskundige verklaring door geneesheer-directeur; strekking. Gekwalificeerde, geavanceerde en andere elektronische handtekening; rechtsgevolg; overeenkomstige toepassing art. 3:15a BW buiten vermogensrecht. Taak rechter; geen ambtshalve onderzoek handtekening door rechter. Zelfde regels bij voorlopige machtiging.
Samenvatting
Volgens vaste rechtspraak moet bij een verzoek om een machtiging tot voortgezet verblijf aan de verklaring van de geneesheer-directeur van het psychiatrisch ziekenhuis waarin de betrokkene is opgenomen (art. 16 lid 1 Wet Bopz) de eis worden gesteld dat zij door de geneesheer-directeur zelf wordt ondertekend, zodat blijkt van zijn instemming met en ...