Besluit houdende oprichting van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (1999/352/EG, EGKS, Euratom)
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-06-1999
- Redactionele toelichting
Dit besluit treedt tegelijk in werking met Verordening (EG) nr. 1073/1999 (25-05-1999, PbEG L 136).
- Bronpublicatie:
28-04-1999, PbEG 1999, L 136 (uitgifte: 31-05-1999, regelingnummer: 1999/352/EG)
- Inwerkingtreding
01-06-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-05-1999, PbEG 1999, L 136 (uitgifte: 31-05-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Instituties
Milieurecht / Straling
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
Energierecht (V)
Besluit van de Commissie van 28 april 1999 houdende oprichting van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 162,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, inzonderheid op artikel 16,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, inzonderheid op artikel 131,
- (1)
Overwegende dat de instellingen en de lidstaten groot belang hechten aan de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen, alsook aan de bestrijding van fraude en van alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Gemeenschap worden geschaad; dat het belang van dit optreden door artikel 209A van het EG-Verdrag, artikel 78 decies van het EGKS-Verdrag, in artikel 183A van het Euratom-Verdrag alsmede door artikel 280 van het EG-Verdrag zoals dit volgt uit het Verdrag van Amsterdam, wordt bevestigd;
- (2)
Overwegende dat alle beschikbare middelen moeten worden ingezet om deze doelstellingen te verwezenlijken, met name in het kader van de onderzoeksopdracht van de Gemeenschap, met behoud van de huidige verdeling van de verantwoordelijkheden tussen het nationale en het Gemeenschapsvlak en van het daarin thans bestaande evenwicht;
- (3)
Overwegende dat het verrichten van administratieve onderzoeken ter bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen tot op heden de taak was van de task-force Coördinatie van de fraudebestrijding, die de ‘Eenheid voor coördinatie van de fraudebestrijding (UCLAF)’ was opgevolgd;
- (4)
Overwegende dat er met het oog op een doelmatiger bestrijding van fraude en andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Gemeenschappen worden geschaad, een Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), hierna ‘Bureau’ genoemd, dient te worden opgericht, dat zijn onderzoeksfunctie in volledige onafhankelijkheid zal moeten uitoefenen;
- (5)
Overwegende dat de onafhankelijkheid van de directeur van het Bureau en de rol van het comité van toezicht, zoals deze voortvloeien uit het onderhavige besluit, en uit de verordeningen (EG) en (Euratom) betreffende de onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding, de goede uitvoering van de onderzoekstaak van het bureau beogen te verzekeren, zonder dat de andere taken van het Bureau, zoals die welke onder de bevoegdheden van de Commissie vallen met name die op wetgevingsgebied, worden belemmerd;
- (6)
Overwegende dat de verantwoordelijkheid van het Bureau zich, behalve tot de bescherming van de financiële belangen, ook dient uit te strekken tot alle werkzaamheden die samenhangen met de bescherming van de communautaire belangen tegen onregelmatigheden die tot administratieve of strafrechtelijke vervolging aanleiding kunnen geven;
- (7)
Overwegende dat de omschrijving van de taken van het Bureau alle tot nog toe door de task-force Coördinatie van de fraudebestrijding uitgeoefende taken dient te omvatten, met name die welke betrekking hebben op de voorbereiding van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen op de werkgebieden van het Bureau, met inbegrip van instrumenten welke onder titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie vallen,
BESLUIT: