Einde inhoudsopgave
RvdW2018/934
Schending ondervragingsrecht nu bewezenverklaring in beslissende mate is gebaseerd op het tot het bewijs gebezigde proces-verbaal van de verklaring van aangever, inhoudende, kort gezegd, dat het verdachte moet zijn geweest die hem heeft gestoken en verdediging ondanks een herhaald verzoek daartoe, niet in enig stadium van het geding gebruik heeft kunnen maken van de mogelijkheid aangever te ondervragen.
HR 10-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1131
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 juli 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
16/04548
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1131, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑07‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:766, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑05‑2018
Essentie
Schending ondervragingsrecht nu bewezenverklaring in beslissende mate is gebaseerd op het tot het bewijs gebezigde proces-verbaal van de verklaring van aangever, inhoudende, kort gezegd, dat het verdachte moet zijn geweest die hem heeft gestoken en verdediging ondanks een herhaald verzoek daartoe, niet in enig stadium van het geding gebruik heeft kunnen maken van de mogelijkheid aangever te ondervragen.
Partij(en)
10 juli 2018
Strafkamer
nr. S 16/04548
ARA/SG
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 6 september 2016, nummer 21/007135-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.