BA 2016/129
Bestuurlijke boete, voorwaarden voor persoonlijke beboetbaarheid van feitelijk leidinggevende, geen risicoaansprakelijkheid, kleurloze, boze of voorwaardelijke opzet
CBb 20-05-2016, ECLI:NL:CBB:2016:119
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
20 mei 2016
- Zaaknummer
14/145
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:2016:119, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 20‑05‑2016
- Wetingang
Art. 5:46 Algemene wet bestuursrecht (Awb); art. 1:80, 1:81 lid 2, 2:11 lid 1 en lid 2 en 3:2 Wet op het financieel toezicht (Wft); art. 10 Besluit bestuurlijke boetes financiële sector; art. 51 lid 2 Wetboek van Strafrecht (WvSr); art. 2:24b Burgerlijk Wetboek (BW)
Essentie
Bestuurlijke boete, voorwaarden voor persoonlijke beboetbaarheid van feitelijk leidinggevende, geen risicoaansprakelijkheid, kleurloze, boze of voorwaardelijke opzet
Samenvatting
Als voorwaarde voor persoonlijke beboetbaarheid vanwege feitelijk leidinggeven geldt dat sprake moet zijn van reële persoonlijke verwijtbaarheid ten aanzien van de overtreding van de rechtspersoon. Indien hieraan niet is voldaan, dient de overtreding niet de bestuurder in persoon, maar alleen de rechtspersoon te worden aangerekend. Van persoonlijke schuld kan slechts worden gesproken als de feitelijk leidinggever wist dan wel behoorde te weten dat de handelingen van de rechtspersoon als overtreding kwalificeerden. Als geen sprake hoeft te zijn van persoonlijke schuld zou ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.