De exhibitieplicht
Einde inhoudsopgave
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/11.5:11.5 Lijfsdwang
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/11.5
11.5 Lijfsdwang
Documentgegevens:
mr. J. Ekelmans, datum 02-12-2010
- Datum
02-12-2010
- Auteur
mr. J. Ekelmans
- JCDI
JCDI:ADS380755:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Art. 585 onder a Rv.
Art. 587 Rv.
HR 2 december 1983, NJ 1984, 306, r.o. 3.3. (X); HR 22 juli 1991, NJ 1991, 766, r.o. 3.2(Bijvoet/ Mr Koning q.q); Parl. Gesch. Burg. Procesrecht, Van Mierlo/Bart, p. 513.
Hammerstein 1996, p. 65-67.
Zie voor een voorbeeld van oplegging van lijfsdwang: Rb. Arnhem (vzr.) 6 november 2009, LJN BK2291, r.o. 2.1 (X/Y), waarin lijfsdwang werd opgelegd, nadat dwangsom ineffectiefwas gebleken; aldus ook: Rb. Arnhem (vzr.) 27 augustus 2010, LJN BN5831, r.o. 4.3. (X c.s./Y)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In de praktijk kan ook de sanctie van lijfsdwang worden opgelegd. Die sanctie is mogelijk, aangezien deze verbonden kan worden aan elk veroordelend vonnis, voor zover dat niet betrekking heeft op veroordeling tot betaling van een geld-som.1 Oplegging komt evenwel slechts aan de orde, indien aannemelijk is dat toepassing van een ander dwangmiddel onvoldoende uitkomst zal bieden en het belang van de schuldeiser toepassing daarvan rechtvaardigt.2 Met de aldus aangebrachte beperking van de mogelijkheid tot lijfsdwang sluit de wettelijke regeling aan op hetgeen door de Hoge Raad reeds werd aangenomen bij de faillissements-gijzeling.3 Door deze regeling is de suggestie van Hammerstein4 om desnoods de mogelijkheid van lijfsdwang open te stellen bij schending van informatieplichten realiteit geworden, maar heeft die suggestie tegelijkertijd doorgaans5 geen betekenis.