Rb. Arnhem, 06-11-2009, nr. 190617 / KG ZA 09-652
ECLI:NL:RBARN:2009:BK2291
- Instantie
Rechtbank Arnhem
- Datum
06-11-2009
- Magistraten
Mr. R.J.B. Boonekamp
- Zaaknummer
190617 / KG ZA 09-652
- LJN
BK2291
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBARN:2009:BK2291, Uitspraak, Rechtbank Arnhem, 06‑11‑2009
Uitspraak 06‑11‑2009
Mr. R.J.B. Boonekamp
Partij(en)
Vonnis in kort geding van 6 november 2009
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [gedaagde],
eiseres,
advocaat mr. B. Bentem te Enschede,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
niet verschenen.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- —
de dagvaarding met producties
- —
de mondelinge behandeling
- —
het tegen gedaagde verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De beoordeling
2.1.
Als onweersproken staat tussen partijen vast hetgeen met betrekking tot de feiten door eiseres in de dagvaarding is gesteld. Uit de bij die dagvaarding gevoegde en eveneens onweersproken producties blijkt genoegzaam dat naast Stichting The Netherlands For Kids, waarvan gedaagde voorzitter was, ook gedaagde in persoon als gevolmachtigde/lasthebber met betrekking tot de behartiging van de belangen van de kinderen van eiseres kan worden aangemerkt en dus in rechte door eiseres kan worden aangesproken. Voorts staat vast dat eiseres in het kader van de volmachtverlening/lastgeving een compleet dossier aan gedaagde heeft overhandigd, dat hij daarna, ondanks verschillende verzoeken daartoe en een veroordelend verstekvonnis van 21 november 2007 van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, niet meer aan eiseres heeft teruggegeven. Het gevorderde komt dan ook voorshands noch onrechtmatig noch ongegrond voor en zal daarom worden toegewezen. Met betrekking tot de gevorderde lijfsdwang wordt opgemerkt dat toepassing hiervan leidt tot beneming van de persoonlijke vrijheid, zodat dit dwangmiddel slechts aan de orde komt als ultimum remedium, oftewel als andere dwangmiddelen niet (meer) baten. Genoegzaam is gebleken dat de aan de eerdere veroordeling verbonden dwangsommen voor gedaagde geen enkele prikkel hebben gevormd om de veroordeling na te leven. Aangenomen moet dan ook worden dat lijfsdwang nog het enige executiemiddel is dat eiseres ten dienste staat. Om die reden zal ook de gevraagde lijfsdwang worden toegewezen, met dien verstande dat de maximale duur van de lijfsdwang zal worden bepaald op zes maanden.
2.2.
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
— | dagvaarding | € | 85,98 |
— | betaald vast recht | € | 65,50 |
— | in debet gesteld vast recht | 196,50 | |
— | salaris advocaat | € | 527,00 |
Totaal | € | 874,98 |
3. De beslissing
De voorzieningenrechter
3.1.
veroordeelt gedaagde tot onverwijlde teruggave van het complete dossier zoals dat destijds door eiseres is overhandigd, zonder achterlating van enig stuk en zonder kopieën achter te houden,
3.2.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij lijfsdwang voor iedere dag dat gedaagde in gebreke blijft met de nakoming/uitvoering van dit vonnis, echter voor de duur van ten hoogste zes (6) maanden, een en ander ingaande zeven (7) dagen na betekening van dit vonnis,
3.3.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 874,98, te voldoen aan de griffier door overmaking op rekeningnummer 19.23.25.752 ten name van Arrondissement 533 Arnhem onder vermelding van ‘proceskostenveroordeling’ en het zaak- en rolnummer,
3.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. M. van Gameren op 6 november 2009.