Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 1/2005 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97
Artikel 30 Wijziging van de bijlagen en uitvoeringsvoorschriften
Geldend
Geldend vanaf 25-01-2005
- Bronpublicatie:
22-12-2004, PbEU 2005, L 3 (uitgifte: 05-01-2005, regelingnummer: 1/2005)
- Inwerkingtreding
25-01-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2004, PbEU 2005, L 3 (uitgifte: 05-01-2005, regelingnummer: 1/2005)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Algemeen
1.
De bijlagen bij deze verordening worden gewijzigd door de Raad, die met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie besluit, met name met het oog op de aanpassing aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang, behalve wat betreft bijlage I, hoofdstuk IV, hoofdstuk VI, punt 3.1, bijlage II, afdelingen 1 tot en met 5, alsmede de bijlagen III, IV, V en VI, die volgens de in artikel 31, lid 2, bedoelde procedure gewijzigd kunnen worden.
2.
Gedetailleerde voorschriften die nodig zijn voor de uitvoering van deze verordening, kunnen worden vastgesteld volgens de in artikel 31, lid 2, bedoelde procedure.
3.
Certificaten, getuigschriften of andere documenten die door de communautaire veterinaire wetgeving aangaande levende dieren zijn voorgeschreven, kunnen volgens de procedure van artikel 31, lid 2, worden aangevuld om rekening te houden met de voorschriften van deze verordening.
4.
De verplichting om in het bezit te zijn van een getuigschrift van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 6, lid 5, kan volgens de in artikel 31, lid 2, bedoelde procedure worden uitgebreid tot bestuurders en verzorgers die andere soorten landbouwhuisdieren vervoeren c.q. begeleiden.
5.
De Commissie kan een afwijking toestaan van bijlage I, hoofdstuk I, punt 2, onder e), in het geval van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in verband met verplaatsingsbeperkingen uit hoofde van veterinaire ziektebestrijdingsmaatregelen. Het in artikel 31 bedoelde comité wordt van de vastgestelde maatregelen in kennis gesteld.
6.
Overeenkomstig de in artikel 31, lid 2, bedoelde procedure kunnen voor lange transporten afwijkingen worden toegestaan om rekening te houden met het feit dat bepaalde regio's ver van het continentaal grondgebied van de Gemeenschap liggen.
7.
In afwijking van deze verordening mogen de lidstaten de huidige nationale bepalingen blijven toepassen betreffende het vervoer van dieren binnen, vanuit of naar hun ultraperifere gebieden. Zij stellen de Commissie daarvan in kennis.
8.
In afwachting van nadere bepalingen voor niet expliciet in de bijlagen genoemde diersoorten mogen de lidstaten bijkomende nationale voorschriften vaststellen of handhaven voor het vervoer van dergelijke dieren.