Einde inhoudsopgave
Verzamelbesluit Toeslagen
4.2 Verworven recht huurtoeslag
Geldend
Geldend vanaf 05-11-2024. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 24-07-2019
- Bronpublicatie:
17-10-2024, Stcrt. 2024, 34466 (uitgifte: 04-11-2024, regelingnummer: 2024-492904)
- Inwerkingtreding
05-11-2024, terugwerkend tot: 24-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-10-2024, Stcrt. 2024, 34466 (uitgifte: 04-11-2024, regelingnummer: 2024-492904)
- Vakgebied(en)
Toeslagen (V)
De huurprijs die een huurder per maand is verschuldigd, is van invloed op het recht op huurtoeslag.1. Er bestaat in beginsel geen recht op huurtoeslag als de huurprijs hoger is dan de voor het betreffende berekeningsjaar vastgestelde maximale rekenhuur.2. Hierop bestaan drie uitzonderingen.3. Een van die uitzonderingen is de situatie waarin sprake is van een zogenoemd verworven recht.4. Een overschrijding van de rekenhuur is toegestaan als de huurder eerder een huurtoeslag ten aanzien van de desbetreffende woning is toegekend. Dit betekent dat huurders die eenmaal huurtoeslag ontvangen, niet meer buiten de huurtoeslag vallen door de enkele stijging van de huur boven de maximale huurgrens. Voor de beoordeling of er sprake is van verworven recht is alleen het moment waarop de maximale huurgrens wordt overschreden relevant.
Op 24 juli 2019 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State geoordeeld dat een eenmaal verworven recht niet vervalt als nadien de huurtoeslag voor de betreffende woning op enig moment onderbroken wordt wegens een te hoog toetsingsinkomen of vermogen.5. De geautomatiseerde systemen van Dienst Toeslagen bleken in de jaren 2012 tot en met 2017 al overeenkomstig deze uitleg door de Raad van State uit te werken. Dit leidt tot de unieke situatie dat een meerderheid van de aanvragen huurtoeslag – die via het geautomatiseerde systeem is beoordeeld – gunstiger is behandeld dan de minderheid die niet via het geautomatiseerde systeem is beoordeeld. Gelet hierop acht ik het wenselijk om ook aan de benadeelde minderheid tegemoet te kunnen komen. Om die reden voorzie ik voor deze situaties in een herzieningsmogelijkheid voor op 24 juli 2019 onherroepelijk vaststaande tegemoetkomingen huurtoeslag.
Onbenoemd 4.2.1 Herziening van op 24 juli 2019 onherroepelijk vaststaande tegemoetkomingen
Voetnoten
Artikel 5 jo. artikel 13 Wht.
Artikel 13, eerste lid, Wht.
Artikel 13, tweede lid, Wht
Artikel 13, tweede lid, aanhef en onderdeel c, Wht. Deze bepaling is met ingang van 1 januari 2022 gewijzigd.
ABRvS 24 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2528.