Einde inhoudsopgave
Wet op de huurtoeslag
Artikel 13 [Huurtoeslaggrens]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
29-11-2023, Stcrt. 2023, 31878 (uitgifte: 01-12-2023, regelingnummer: 2023-0000680599)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2023, Stcrt. 2023, 31878 (uitgifte: 01-12-2023, regelingnummer: 2023-0000680599)
- Vakgebied(en)
Toeslagen (V)
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
Huurrecht / Huurtoeslag
1.
Geen huurtoeslag wordt toegekend als de rekenhuur:
- a.
hoger is dan € 879,66 per maand als:
- 1°
de huurder, diens partner of een van de medebewoners 23 jaar of ouder is, dan wel de woning deelt met een kind of pleegkind van de huurder, diens partner of een medebewoner of
- 2°
de huurder, diens partner of de medebewoner jonger dan 23 jaar is, en een handicap heeft
of
- b.
hoger is dan € 454,47 per maand in andere gevallen dan bedoeld onder a.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing:
- a.
als sprake is van overschrijding van een daar genoemd bedrag omdat voorzieningen zijn aangebracht in en rond de woning, die noodzakelijk zijn in verband met een handicap van de huurder, van diens partner of van een medebewoner;
- b.
als de woning geschikt en bestemd is voor de huisvesting van een huishouden van ten minste acht personen, en het huishouden van de huurder uit ten minste acht personen bestaat;
- c.
na overschrijding van de bedragen, genoemd in het eerste lid, als de huurder eerder een huurtoeslag ten aanzien van de desbetreffende woning is toegekend.
3.
Als een huurtoeslag wordt toegekend met toepassing van het tweede lid, ontvangt de huurder geen huurtoeslag voor het deel van de rekenhuur dat ligt boven het maximum dat in het eerste lid is genoemd.
4.
De in het eerste lid, onder a en b, genoemde bedragen worden met ingang van 1 januari van elk jaar gewijzigd overeenkomstig artikel 27.